Ik dacht eigenlijk ook dat elke werknemer recht had op pauzes.
Mijn poetshulp heeft 10 min. na 4 uur werken.
Zij is niet-rookster en eet en drinkt iets in de tijd.
Moest ze liever willen roken dan kon ze dit in de tuin doen.
Het personeel bij mijn kapper heeft ook pauzes en dan gaan ze naar een aparte ruimte waar ze kunnen roken.
Ik lees hier veel over het feit dat stoppen met roken gezonder en goedkoper is en dat het in de horeca niet past te roken.
En dat is zeker zo, maar nergens gaat het echter over het recht op een pauze na een aantal uur werken.
Gerekend à rato van 10 min. pauze per 4 uur, kan de werknemer toch geen half uur per dag aan rookpauze aanrekenen.
Of wel?
Iedere werknemer heeft recht op
minstens 15 minuten pauze als men
minstens 6 uur werkt. Dat kan na 6 uur, kan ook na 4 uur. Voor alle duidelijkheid: die pauzes zijn onbetaald, zoals de werkgever ze in dit geval ook toestaat.
Betaalde pauzes zijn een gunst, geen recht (behalve indien een CAO of wet dat recht geeft, zoals bvb gebeurt bij gevaarlijk of ongezond werk.
WC-pauzes zijn een recht, maar ook daar kan misbruik gestraft worden. Uitzonderlijk een dag om het uur naar het toilet gaan is geen misbruik, als men bvb diarree heeft. Werknemer hoeft overigens geen bewijs van die diarree af te leveren aan de werkgever, voor zij die iets teveel inventiviteit hebben.
ZIe pariementaire vraag
http://www.dekamer.be/QRVA/pdf/53/53K0027.pdf pagina 49
In België bevindt de wettelijke bepaling inzake
welzijn op het werk die de toiletbezoeken regelt zich in
artikel 73 van het Algemeen reglement voor de arbeidsbescherming.
Dit artikel stelt meer bepaald dat de werknemers
zich vrij naar de toiletten moeten kunnen begeven.
Dit principe kent een elementair recht toe aan elke werknemer,
wat impliceert dat de werkgever dit recht niet mag
beperken en dat hij de tijd die wordt doorgebracht op de
toiletten niet mag controleren. Niettemin heeft de werkgever
het recht na te gaan of de overeengekomen arbeid werkelijk
werd uitgevoerd op het einde van de arbeidsdag.
De tijd doorgebracht op het toilet is niet gelijk te
stellen met periodes van rust, noch met pauzes in de zin
van de arbeidswet van 16 maart 1971 (article 38ter en quater).
Deze tijd moet dus opgenomen worden in de berekening
van de arbeidsduur aangezien deze een wezenlijk deel
uitmaakt van de arbeidstijd.