JuridischForum.be

Een werkgever maakt op 29/10/2010 een einde aan een arbeidsovereenkomst door verbreking ('zal' een verbrekingsvergoeding van 56 kalenderdagen uitbetalen).
Later laat hij de arbeider een 'overeenkomst' ondertekenen (gedateerd 01/11/2010) waarbij de werknemer o.a. 'verklaart' :
-afstand te doen van alle vorderingen op grond van de arbeidsovereenkomst opzichtens de werkgever
-afstand te doen van recht om dwaling of bedrog of benadeling in te roepen
-afstand te doen om gekwalificeerde benadeling in te roepen.
-enig voorbehoud te kunnen formuleren ten overstaan van de uitvoering van deze 'overeenkomst'.

Mijn vraag is nu: is een dergelijke 'overeenkomst' (dading??) rechtsgeldig? Kan een werknemer - zonder kennis van zaken en onder een gevoel van dwang - zomaar afstand doen van al zijn rechten?

http://ondernemingsdatabank.indicator.b ... src=search" onclick="window.open(this.href);return false;

Het is wel nog mogelijk om de werknemer, nadat het contract reeds beëindigd is, een document te laten ondertekenen waarin hij afstand doet van zijn recht op een opzegvergoeding. Dit wordt ook aanvaard door de rechtspraak en de rechtsleer. Dit biedt als voordeel dat de werknemer niet meer kan terugkomen op zijn beslissing zodat hij dus geen opzegvergoeding meer kan eisen.



misschien toch eens de tekst hier zetten zonder namen

3 JULI 1978. - Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten is overwegend van dwingend recht zodat er in dat geval niet VOORDIEN contractueel kan van afgeweken worden.

Uit ‘is een dergelijke 'overeenkomst' (dading??) rechtsgeldig? ‘ leid ik echter af dat het een geschil betreft dat NADIEN ontstond.

“Art.2048.Dadingen blijven beperkt tot hun voorwerp : wordt daarbij afstand gedaan van alle rechten, vorderingen en eisen, dan geldt zulks alleen voor hetgeen betrekking heeft op het geschil dat tot de dading aanleiding heeft gegeven.Art.2049. Dadingen regelen slechts de geschillen die daarin zijn begrepen, hetzij partijen hun bedoeling in bijzondere of in algemene bewoordingen hebben uitgedrukt, hetzij die bedoeling als een noodzakelijk gevolg wordt afgeleid van hetgeen is uitgedrukt.”(Burgerlijk Wetboek).

Een dading impliceert wederzijdse toegevingen en maakt een EINDE aan het geschil.