#3 , 22 feb 2012 16:39
Om de verschillende partijen te beschermen bestaan er 11 waarborgen.
1.Er wordt slechts een tuchtstraf opgelegd nadat de ambtenaar is opgeroepen om te worden gehoord in zijn verweermiddelen.
2.De ambtenaar kan zich tijdens elke fase van de tuchtprocedure laten bijstaan door een verdediger van zijn keuze, bv. een advocaat, een lid van zijn vakbond, …
3.De ambtenaar beschikt over de mogelijkheid om zijn dossier vooraf te raadplegen.
4.De zittingen kunnen openbaar zijn als de ambtenaar hierom verzoekt.
5.Niemand kan het voorwerp uitmaken van een tuchtprocedure voor reeds bestrafte feiten behalve indien nieuwe elementen de heropening van het dossier rechtvaardigen en deze elementen zich voordoen tijdens de verjaringstermijn van de tuchtvordering.
6.De instantie die de tuchtstraf uitspreekt is niet dezelfde als de instantie die ze voorstelt : degene die de straf voorstelt is met andere woorden de hiërarchische meerdere, degene die ze uitspreekt is de minister of de koning (niveau A) of de voorzitter van het directiecomité of zijn afgevaardigde (niveaus B, C, D).
7.Als de ambtenaar meer dan één feit wordt aangerekend, kan dit evenwel aanleiding geven tot slechts één procedure en tot de uitspraak van slechts één tuchtstraf. Er zal de ambtenaar met andere woorden slechts één (evenredige) tuchtstraf worden opgelegd voor alle inbreuken die hij begaan heeft.
8.Het administratief beroep wordt georganiseerd bij een interdepartementale of departementale raad van beroep of een raad van beroep voor opperambtenaren. Deze raad van beroep moet worden voorgezeten door een magistraat en moet samengesteld zijn uit assessoren die voor de ene helft aangewezen zijn door de overheid en voor de andere helft door de representatieve vakorganisaties van het personeel. De vakbondsassessoren zijn niet aanwezig in de raad van beroep voor opperambtenaren.
9.De instantie die bevoegd is om de tuchtstraf uit te spreken kan geen zwaardere straf opleggen dan de straf die in laatste instantie wordt voorgesteld. Als het directiecomité bijvoorbeeld een terechtwijzing voorstelt, kunnen de minister of de voorzitter niet beslissen een blaam uit te spreken.
10.De straf mag vóór de uitspraak ervan geen gevolgen hebben. De betrokken ambtenaar mag met andere woorden niet bestraft worden voordat de straf is uitgesproken.
11.De gemotiveerde beslissing wordt onverwijld medegedeeld aan de ambtenaar.
Met de lichte en zware straffen mag na een bepaalde termijn niet langer rekening gehouden worden. Als een ambtenaar bijvoorbeeld een verplaatsing bij tuchtmaatregel heeft ondergaan, dan kan hij na 18 maanden zijn overplaatsing aanvragen.
.