Cass. AR F1364N, 15 mei 1987 (Geldhof / Belgische Staat) Arr.Cass. 1986-87, 1234; Bull. 1987, 1118; Bull. Bel. 1988, 1508; FJF 1988 (verkort), 13; Pas. 1987, I, 1118.
Het arrest dat vaststelt dat bouwgronden, die voordien grotendeels als landbouwgrond bekend waren, werden aangekocht met hoofdzakelijk geleend geld, door een koper die zijn beroepswerkzaamheid als landbouwer stopzette en na amper een jaar een verkavelingsvergunning vroeg en verkreeg, en dat die gronden nagenoeg ononderbroken met grote winsten werden voortverkocht, leidt hieruit wettig af dat die winsten voortvloeien uit speculatie, buiten de uitoefening van een beroepswerkzaamheid, en niet uit normale verrichtingen van beheer van een uit onroerende goederen bestaand privé-vermogen, en als diverse inkomsten belastbaar zijn krachtens art. 67, par. 1, W.I.B.
Brussel 27 november 2008, TFR 2009 (samenvatting), afl. 362-363, 524
Belastingplichtigen kochten in 1981 de meerderheid van de aandelen van een apotheek. In 1992 werd een deel van deze aandelen overgedragen aan een pas door belastingplichtigen opgerichte holding. Ter betaling van de overdrachtsprijs ging de holding een lening aan bij een bank voor het volledige bedrag van de aankoopprijs. Belastingplichtigen zelf zouden zich borg hebben gesteld bij het aangaan van de lening. De lening werd afgelost met de inkomsten behaald uit de maandelijks aan de apotheek gefactureerde beheerskosten. Na grondige analyse van de feiten komt het hof tot het besluit dat alle gegevens samen toelaten aan te nemen dat belastingplichtigen speculatief gehandeld hebben, evenwel occasioneel, buiten het uitoefenen van een beroepswerkzaamheid, doch de verrichting heeft winst doen voortkomen in de zin van artikel 90, 1° van het WIB 1992, en die geen normale verrichting van beheer is van portefeuillewaarden behorend tot het privépatrimonium.
Volgens het arrest van het Hof van Cassatie d.d. 30 november 2006 is evenwel niet belastbaar de meerwaarde die tot stand komt bij de verkoop buiten de grenzen van het beheer van het privévermogen, doch enkel de winst of baten uit een dergelijke verrichting. De administratie toont niet aan enkel de winst die specifiek voortkomt uit de verrichting te hebben aangeslagen. De winsten of baten kunnen ook gedeeltelijk uit andere elementen voortkomen, zoals het beheer als goede huisvader van de aandelen gedurende de periode tussen 1981 en 1992. De belasting op de diverse inkomsten moet vernietigd worden.
Brussel 13 september 2007 Fiscoloog 2007 (weergave CB), afl. 1092, 11 en
http://www.fiscoloog.be" onclick="window.open(this.href);return false; (1 juli 2008); RABG 2008, afl. 9, 543, noot COUDER, N
Op verzoek van de koper vormen de belastingplichtigen de familiale vennootschap eerst om tot een kasgeldvennootschap. Zij richten daartoe, overigens pas op de dag van de aandelenverkoop, twee nieuwe vennootschappen op en nemen — in naam en voor rekening van de nieuwe vennootschappen in oprichting — de activa van de familiale vennootschap over.
Met uitzondering van de oprichting van de familiale vennootschap (die zes jaar eerder plaatsvond) is de constructie geïnspireerd door speculatie, in de zin dat een risico van verlies aanwezig is, maar tevens de verwachting van winst. In casu bestond het risico erin dat de verkoop van de familiale vennootschap niet zou doorgaan, en dat de belastingplichtigen zouden achterblijven met een kasgeldvennootschap waarin niemand geïnteresseerd is. In casu is er dus sprake van een 'abnormaal' beheer van een privépatrimonium wegens aanwezigheid van speculatie.
De winst uit de verrichting kan maximaal gelijk zijn aan het verschil tussen, enerzijds, de verkregen prijs, en, anderzijds, de waarde van de familiale vennootschap vóór omvorming ervan tot een kasgeldvennootschap verhoogd met de kosten van de verrichting (zodat de meerwaarde die vóór deze omvorming reeds aanwezig was, buiten beschouwing blijft).