dubbelbelastingverdragen en belastbaarheid bezoldiging
Geplaatst: 20 feb 2012 14:08
Een dubbelbelastingverdrag tot het vermijden van dubbele belasting en van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen bepaalt, inzake welke staat bevoegd is tot belastingheffing, het volgende:
Inzake c) is het normaal zo dat de Belgische werkgever wel degelijk de beschikking heeft over een vaste inrichting binnen de ambassade, maw aan de cummulatieve voorwaarde van a) + b) + c) is niet voldaan en lijkt deze bezoldiging dan ook belastbaar te worden in de 'werkstaat' = het land waar de ambassade toe behoort?
Aan punt a) lijkt mij niet meer voldaan te worden gelet punt c) toepasselijk is. Maw aan de verblijfvereiste moet zelfs niet meer voldaan worden. Indien de vereiste van vaste inrichting niet van toepassing zou zijn, stelt zich de vraag evenwel of de 183 dagen 'verblijf' van toepassing kan zijn, omdat er na de dag- en/of nachttaak teruggekeerd wordt naar de woonstaat. Ik veronderstel dat dit slechts kan voor een probleem zorgen voor die dubbelbelastingverdragen waarbij een aaneengesloten periode van 'verblijf' voorzien staat?
Er bestaat rechtspraak betreffende de onderliggende materie:
http://ccff02.minfin.fgov.be/KMWeb/docu ... ighlighted" onclick="window.open(this.href);return false;
Ik stel mij evenwel vragen over de volgende motivatie:
En als deze extraterritorialiteit dan niet speelt voor ambassadegebouwen louter omdat deze binnen België gelegen zijn, waarom zijn bezoldigingen van belgen die werken bij Nato, Euratom en een serie andere binnen België opererende instellingen dan wél totaal vrijgesteld van Belgische personenbelasting (er bestaat zelfs geen progressievoorbehoud voor deze)?
Een werknemer die een dienstbetrekking uitoefent voor een Belgische werkgever, doch exclusief op de terreinen van een ambassade, is op deze ambassade minstens deze 183 dagen aanwezig (waarvan dagen van 12 aaneensluitende uren).Niettegenstaande de bepalingen van paragraaf 1 zijn beloningen verkregen door een inwoner van een overeenkomstsluitende Staat ter zake van een in de andere overeenkomstsluitende Staat uitgeoefende dienstbetrekking slechts in de eerstbedoelde Staat belastbaar, indien :
a) de verkrijger in de andere Staat verblijft gedurende een tijdvak of tijdvakken die tijdens enig tijdperk van twaalf maanden dat aanvangt of eindigt tijdens het betrokken belastbaar tijdperk een totaal van 183 dagen niet te boven gaan; en
b) de beloningen worden betaald door of namens een werkgever die geen inwoner van de andere Staat is; en
c) de beloningen niet ten laste komen van een vaste inrichting die de werkgever in de andere Staat heeft.
Inzake c) is het normaal zo dat de Belgische werkgever wel degelijk de beschikking heeft over een vaste inrichting binnen de ambassade, maw aan de cummulatieve voorwaarde van a) + b) + c) is niet voldaan en lijkt deze bezoldiging dan ook belastbaar te worden in de 'werkstaat' = het land waar de ambassade toe behoort?
Aan punt a) lijkt mij niet meer voldaan te worden gelet punt c) toepasselijk is. Maw aan de verblijfvereiste moet zelfs niet meer voldaan worden. Indien de vereiste van vaste inrichting niet van toepassing zou zijn, stelt zich de vraag evenwel of de 183 dagen 'verblijf' van toepassing kan zijn, omdat er na de dag- en/of nachttaak teruggekeerd wordt naar de woonstaat. Ik veronderstel dat dit slechts kan voor een probleem zorgen voor die dubbelbelastingverdragen waarbij een aaneengesloten periode van 'verblijf' voorzien staat?
Er bestaat rechtspraak betreffende de onderliggende materie:
http://ccff02.minfin.fgov.be/KMWeb/docu ... ighlighted" onclick="window.open(this.href);return false;
Ik stel mij evenwel vragen over de volgende motivatie:
Maar inzake verdragen inzake sociale zekerheid wordt evenwel het omgekeerde voorzien, met name dat de wetgeving van het land waar de ambassade toe behoort, van toepassing is.4.2.2. De rechtbank is evenwel van oordeel dat de fictie van de extraterritorialiteit van de ambassadegebouwen niet doorwerkt in het Belgisch fiscaal recht. Gebouwen van de diplomatieke zendingen zijn weliswaar onschendbaar ten behoeve van de noodzakelijke onafhankelijkheid voor de uitoefening van hun diplomatieke functies, dit impliceert echter nog niet dat met oog op de toepassing van de Belgische belastingwetgeving een buitenlandse ambassade een stuk buitenlands grondgebied is.
En als deze extraterritorialiteit dan niet speelt voor ambassadegebouwen louter omdat deze binnen België gelegen zijn, waarom zijn bezoldigingen van belgen die werken bij Nato, Euratom en een serie andere binnen België opererende instellingen dan wél totaal vrijgesteld van Belgische personenbelasting (er bestaat zelfs geen progressievoorbehoud voor deze)?