#2 , 10 mei 2012 08:55
“Art.104.Binnen de grenzen en onder de voorwaarden bepaald in de artikelen 107 tot 116, worden van het totale netto-inkomen de volgende bestedingen afgetrokken, in zover zij in het belastbare tijdperk werkelijk zijn betaald:1° 80 pct van de onderhoudsuitkeringen die de belastingplichtige regelmatig heeft betaald aan personen die niet deel uitmaken van zijn gezin, wanneer ze zijn betaald ter uitvoering van een verplichting op grond van het Burgerlijk of het Gerechtelijk Wetboek...”(10 april 1992 Wetboek Inkomstenbelastingen).
“Art.203.§ 1. De ouders dienen naar evenredigheid van hun middelen te zorgen voor de huisvesting, het levensonderhoud, de gezondheid, het toezicht, de opvoeding, de opleiding en de ontplooiing van hun kinderen. Indien de opleiding niet voltooid is, loopt de verplichting door na de meerderjarigheid van het kind...”(Burgerlijk Wetboek).
‘en komt overeen...van het alimentatiebedrag voor de kinderen te verhogen.’
De WERKELIJK betaalde verhoging is de uitvoering van een verplichting op grond van het Burgerlijk Wetboek,onverschillig hoe ze tot stand kwam en ook al is ze niet gehomologeerd door de rechtbank.
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/