JuridischForum.be

“Art.4.§ 1. Belastingplichtige is eenieder die in de uitoefening van een economische activiteit geregeld en zelfstandig, met of zonder winstoogmerk, hoofdzakelijk of aanvullend, leveringen van goederen of diensten verricht die in dit Wetboek zijn omschreven, ongeacht op welke plaats de economische activiteit wordt uitgeoefend...Art.9.Voor de toepassing van dit Wetboek wordt onder goederen verstaan de lichamelijke goederen. Als lichamelijke goederen worden beschouwd:1° elektriciteit, gas, warmte en koude...”(3 juli 1969 Wetboek BTW).

“Art.56...§ 2. De kleine ondernemingen...waarvan de jaaromzet een door de Koning vast te stellen bedrag niet overschrijdt, genieten belastingvrijstelling voor de leveringen van goederen en diensten die ze verrichten...”(3 juli 1969,Wetboek BTW).

“Art.1.Ten aanzien van ondernemingen die een activiteit aanvangen in de loop van een kalenderjaar dient het omzetcijfer van 5.580 EUR te worden verminderd naar rato van de duur van de activiteit van de onderneming gedurende het jaar van aanvang.“(Koninklijk besluit nr. 19, van 29 december 1992, met betrekking tot de vrijstellingsregeling bepaald door artikel 56, § 2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen).

Geregeld en zelfstandig zijn hier de sleutelwoorden, waar door de weerkerende verkoop van de GSC aan deze voorwaarde voldaan is.
Er is toch maar één "verkoopskontrakt"? Dus één verkoop.....=occasionele verrichting.
Voor zover dit geldt als een verkoop....
Ik denk dat u spijkers op laag water aan het zoeken bent....

Moeten we dan ook BTW betalen op de kortingen die we krijgen bij een firma.
Waar is de 'koop-verkoop' overeenkomst bij de certificaten?

Uit een antwoord van de minister van financiën Didier Reynders kan het volgende geconcludeerd worden:

* particulieren die groenestroomcertificaten ontvangen voor de elektriciteit die zij zelf verbruiken zijn niet onderworpen aan de BTW-wetgeving als zij hun groenestroomcertificaten verkopen aan de netbeheerders;
* particulieren die op geregelde basis basis meer elektriciteit produceren dan zij zelf verbruiken zijn wel onderworpen aan de BTW-wetgeving als zij hun groenestroomcertificaten verkopen aan de netbeheerders, zowel voor de verkoop van de elektriciteit als voor de verkoop van de groenestroomcertificaten. Dit geldt echter niet wanneer hun jaarlijkse inkomsten lager zijn dan 5.580 euro (de vrijstellingsregeling voorzien in artikel 56, § 2, van het BTW-Wetboek). Deze belastingvrijstelling geldt voor de leveringen van goederen en diensten die ze verrichten.
* de opbrengst van de verkoop van groenestroomcertificaten zijn geen belastbare inkomsten in de personenbelasting voor zover deze energie geproduceerd wordt door een installatie die exclusief voor de privé-sfeer wordt gebruikt.

Minister Reynders antwoordde dit op dinsdag 20/05/2008 in het federaal parlement in de kamercommissie financiën op een vraag om uitleg van de heer Maxime Prévot.

Uit een antwoord van de minister van financiën Didier Reynders kan het volgende geconcludeerd worden:

* particulieren die groenestroomcertificaten ontvangen voor de elektriciteit die zij zelf verbruiken zijn niet onderworpen aan de BTW-wetgeving als zij hun groenestroomcertificaten verkopen aan de netbeheerders;
* particulieren die op geregelde basis basis meer elektriciteit produceren dan zij zelf verbruiken zijn wel onderworpen aan de BTW-wetgeving als zij hun groenestroomcertificaten verkopen aan de netbeheerders, zowel voor de verkoop van de elektriciteit als voor de verkoop van de groenestroomcertificaten. Dit geldt echter niet wanneer hun jaarlijkse inkomsten lager zijn dan 5.580 euro (de vrijstellingsregeling voorzien in artikel 56, § 2, van het BTW-Wetboek). Deze belastingvrijstelling geldt voor de leveringen van goederen en diensten die ze verrichten.
* de opbrengst van de verkoop van groenestroomcertificaten zijn geen belastbare inkomsten in de personenbelasting voor zover deze energie geproduceerd wordt door een installatie die exclusief voor de privé-sfeer wordt gebruikt.

Minister Reynders antwoordde dit op dinsdag 20/05/2008 in het federaal parlement in de kamercommissie financiën op een vraag om uitleg van de heer Maxime Prévot.