Personen A en B zijn jaren geleden gescheiden en hebben 1 kind C, die beurtelings en evenveel bij elke ouder verblijft.
Persoon A is alleenstaand, terwijl persoon B reeds samenleeft met nieuwe partner.
Persoon A betaalt kinderalimentatie aan B en B ontvangt rechtstreeks de kinderbijslag.
Persoon A is opnieuw gehuwd, heeft kinderen met zijn nieuwe echtgenote en maakt een bloeiende carrière door.
Persoon B ruikt een mogelijkheid om de kinderalimentatie te herzien op basis van vermoedens dat het loon van persoon A beduidend hoger ligt dan indertijd; en start een zaak op bij de Jeugdrechter. B laat in het verzoekschrift geen mogelijkheid liggen om A in diskrediet te brengen teneinde het onderste uit de kan te kunnen halen.
Kan persoon B een herziening bekomen bij de Jeugdrechter van de kinderalimentatie, zelfs al kan persoon A elk argument weerleggen, enkel en alleen om diens inkomen met de jaren vermoedelijk meer is toegenomen dan persoon B? (Beide personen hebben indertijd hun inkomen bewezen, maar persoon A is daar niet langer toe bereid, omdat persoon B in de jaren zich van de slechtste kant heeft laten zien)