Enerzijds kan de de nieuwe auto en de Iphone deel uitmaken van de vergoeding die uw ex bekomt uit arbeid.
Mocht u zekerheid hebben over een hoger inkomen dan; zou de rechtbank de alimentatie-regeling kunnen herzien als gewijzigde omstandigheid.
Zoniet; hoeft u zich daar niet op blind te staren, laat staan tranen voor weg te pinken.
Op bovenstaande kan ik aantonen dat zijn inkomsten hoger zijn als mijn. Daar ik werkloos ben en in collectieve schuldenregeling zit.
Ik wil enkel dat hij zoals vonnis vermeld mij 1/2 van kdg doorstort. Het geld is tenslotte voor ons kind.
En verder wil ik financieel niets van hem. Het is voor mij zo dubbel als wat... 1/2 kgd stort hij mij niet maar wel de luxe kopen voor zichzelf!!
Anderzijds werd er hier reeds voldoende verwezen naar het feit dat; een vonnis de kracht heeft van een wet tussen de partijen, en dat dit dus dient nageleefd te worden.
Indien u kan aantonen dat vader de boel oplicht, dan kan u hem alvast per aangetekend schrijven in gebreke stellen, daarbij verwijzend naar het vonnis en jouw mogelijkheid om hierop een deurwaarder te vorderen.
Hier ligt nu net het grote probleem. Het vonnis vermeld nergens een bedrag ofzo. Er staat enkel:
De kinderbijslag en andere sociale uitkeringen voor het kind komen toe aan partijen, ieder voor de helft. De vader, die de bijslagen en uitkeringen ontvangt, stort de helft van deze bedragen door aan de moeder ter gelegenheid van een tweemaandelijkse afrekening.
Hoe kan ik dan weten wat het effectieve bedrag is. Moeten we dit zelf berekenen?
1) tot kdg voor 1 kind in gezin
103,07€ (51.5€ ieder). 2) kdg binnen gezin vader
275.25€ omwille 3e rangs kind (137.25€ ieder). 3) kdg bij mij
198.41€ (99.20€ ieder) tussen de bedragen 1.2 en 3 is er wel wat verschil!! Vooral tussen 1 en 2 is het een groot verschil. Zo’n 85,5€/md op 1j 1026€. Dat geld kan ik ook gebruiken in de opvoeding van ons kind. En het kdg dat hij stort is dan 47.5€/md (1j=570€) minder dan ik zou ontvangen.
Kan u mij hierin begrijpen dat er toch wel iets niet klopt??
Dit alles mits de voorwaarde dat er niets anders speelt, dat kan gebruikt worden tegen u, daar ik het vreemd vind dat het kindergeld aan vader wordt uitbetaald.
Onderstaande vonnis 07 april 2009
Op de zitting werden gehoord :
- eiser bijgestaan door zijn raadsman meester Reniers J..
- het Openbaar Ministerie in haar advies gegeven door mevr. E. Franco dat gelet op de omstandigheden mondeling en terstond werd verstrekt en waarop aan partijen de mogelijkheid werd geboden te repliceren.
1. Procedure
Bij verzoekschrift, neergelegd ter griffie van de jeugdrechtbank te Leuven op 26 december 2008, vroeg eiser een regeling op te leggen aan partijen met betrekking tot de uitoefening van het ouderlijk gezag over, het verblijf en de kosten van opvoeding en onderhoud van het minderjarige kind van partijen.
Verweerster werd rechtsgeldig opgeroepen voor de zitting van 24 februari 2008. Zij was niet aanwezig op de zitting en werd niet vertegenwoordigd.
2. De feiten
Partijen hebben een feitelijk gezin gevormd. Uit hun relatie werd te Tienen op XX 2004 XXgeboren. Het kind werd door de vader erkend.
De relatie werd verbroken.
Partijen kwamen op minnelijke wijze een gelijk verdeeld verblijf overeen.
3. Beoordeling
XX verblijft op gelijke wijze bij zijn vader en zijn moeder, respectievelijk te H en te T, zodat de jeugdrechtbank van Leuven territoriaal bevoegd is.
Eiser vraagt de behandeling van de zaak bij verstek.
Overeenkomstig artikel 58 van de wet van 8 april 1965 zijn vonnissen gewezen in aangelegenheden bedoeld in titel II, hoofdstuk II, (de burgerrechtelijke bepalingen betreffende de minderjarigen) niet vatbaar voor verzet.
De wetgever heeft de procedure voor alle jeugdrechtbanken zo eenvoudig en zo soepel mogelijk willen maken door vertragende rechtsgedingen te voorkomen. Het ontbreken van een mogelijkheid om verzet aan te tekenen wordt gecompenseerd door de ruime onderzoeksbevoegdheid van de jeugdrechter. (Luik, jeugdkamer, 1 februari 2001, J. dr. jeun., 2001, afl. 206, 37, noot MOUFFE, F.)
Na onderzoek van de zaak ter zitting, wordt de vordering van eiser gegrond verklaard.
Dit zal je misschien al niet meer verbazen...
Mail gemeente waar vader toen was ingaan schrijven:
Wanneer een niet-ontvoogde minderjarige de verblijfplaats van zijn ouders voor het eerst verlaat, moet hij bij zijn aangifte vergezeld worden door een persoon die het ouderlijk gezag over hem heeft. De andere ouder wordt hiervan in kennis gesteld. Deze ouder heeft 15 dagen de tijd om te reageren (indien hij/zij in het bezit is van een gerechtelijke uitspraak waarbij het ouderlijk gezag aan hem/haar werd toegewezen).
De tekst hier kleur zou in principe moeten gebeurt zijn, echter NIET in mijn situatie. Heb dit bij de gemeente waar vader naartoe verhuist is destijds opgevraagd.
Het vonnis dd 07 april ’09 adres wijziging 06 jan 2009. Ik ben er toen ook pas achter gekomen nadat ik alles in orde had gebracht voor mijn collectieve (voordat de deurwaarder zou langs komen).