#2 , 22 apr 2015 12:32
“Art.1105.Het contract uit vrijgevigheid is dat waarbij een partij aan de andere geheel om niet een voordeel verschaft.“;(Burgerlijk Wetboek).
SIMOENS,D.,De rechten van de vrijwilliger thans wettelijk bepaald,R.W.2006-07,382-396.
Uit het enkele feit dat het huis in onverdeeldheid toebehoorde aan de zoon en zijn vriendin kan niet afgeleid worden dat alleen de zoon begunstigde van de vrijgevigheid van zijn vader zou zijn.
“Art.1131.Een verbintenis, aangegaan zonder oorzaak of uit een valse oorzaak of uit een ongeoorloofde oorzaak, kan geen gevolg hebben.Art.1132.De overeenkomst is niettemin geldig, hoewel de oorzaak ervan niet is uitgedrukt.”(Burgerlijk Wetboek).
‘De vermogensverschuiving is niet zonder oorzaak wanneer zij haar oorsprong vindt in de eigen wil van de verarmde. Indien de tijdelijke terbeschikkingstelling van gelden als oorzaak de hulpvaardigheid heeft van degene die deze gelden heeft voorgeschoten,zonder dat deze de bedoeling heeft een vermogensverschuiving tot stand te brengen,kan hij deze tijdelijk ter beschikking gestelde gelden terugvorderen op grond van het algemeen rechtsbeginsel van de vermogensverschuiving zonder oorzaak‘[Cass. 19 januari 2009(R.G./G),R.W.2009-10,1084-1087,Noot NORDIN,E.,De wil als oorzaak van een vermogensverschuiving:het onderscheid tussen hulpvaardigheid en vrijgevigheid]
‘Het bestaan van een oorzaak in de zin van art.1108 en 1131 moet in beginsel worden beoordeeld op het ogenblik van de totstandkoming van de rechtshandeling waarvan zij een geldigheidsvereiste is. De latere verdwijning ervan heeft in de regel geen gevolgen voor de geldigheid van de rechtshandeling‘[Cass. 12 december 2008(V.R./L.S.),R.W.2008-09,1690-1691,Noot]
‘Een huurovereenkomst gesloten voor de uitbating van een benzinestation,die bij de aanvang niet voldoet aan de criteria voorgeschreven in de exploitatievergunning is absoluut nietig wegens een ongeoorloofd voorwerp. Op grond van de leer van de vermogensverschuiving zonder oorzaak is de huurder voor die periode een bezettingsvergoeding verschuldigd,die door de rechtbank in billijkheid wordt bepaald op de bedongen huurprijs‘[Rb.Turnhout 7 februari 2005(I.R./G.L.),R.W.2008-09,1010-1013].
‘Wanneer de beweegreden die voor een schenking bij testament doorslaggevend is geweest,door een voorval buiten de wil van de schenker,maar vóór het overlijden van de erflater vervalt of verdwijnt,kan de bodemrechter vaststellen dat die schenking vervallen is,als zij,volgens de bewoordingen zelf van die beschikking of volgens de uitlegging van de wil van de beschikker,onlosmakelijk verbonden is met de omstandigheden die eraan ten gronde lagen en die haar enige reden van bestaan uitmaken‘[Cass. ARC980335F,21 januari 2000(D. t. D.),Rev.not.b. 2000,336,noot STERCKX,D.,J.T. 2000,573;FORIERS,P.,La caducité revisitée.A propos de l’arrêt de cassation du 21 janvier 2000,J.T. 2000,676-679;DELNOY,P.,Het verval van de rechtshandelingen door het verdwijnen van hun oorzaak-tweede bedrijf,Not.Fisc.M. 2000,177-193,noot bij Cass. 21 januari 2000;Rev.not.b. 2000,336,noot STERCKX,D.,R.W. 2000-01,1016,noot NEUTS,J.,R.Cass. 2001,101,noot VAN QUICKENBORNE,M.;
‘Ook in het geval de akte,waarin de overeenkomst is vastgesteld,geen oorzaak vermeldt,dient de rechter de oorzaak op te sporen‘(Cass. 17 mei 1991,J.T. 1992,298)
‘Behoudens andersluidende bedingen tussen partijen,kan de huurder,bij toepassing van het algemeen rechtsbeginsel dat niemand zich zonder oorzaak ten koste van een ander mag verrijken,tegenover de verhuurder aanspraak maken op vergoeding van verbeteringen door hem aan het verhuurde goed aangebracht,op voorwaarde evenwel dat de verhuurder zich niet in de mogelijkheid bevindt de verwijdering van de bedoelde verbeteringen te eisen‘(Cass. 18 april 1991,Bull. 1991,740,noot,Res.Jur.Imm. 1991,205).
‘In de onderstelling dat de Regie der Posterijen met schending van het K.B. 12 januari 1970 aan een rekeninghouder kredieten heeft toegekend,verbiedt art.1131 niet dat wat betaald of afgegeven is ter uitvoering van de verbintenis of de overeenkomst,wordt teruggevorderd‘(Cass. 25 mei 1989,Bull.Cass. 1989,1015,R.W. 1989-90,331-333,R.C.J.B. 1992,348,noot VAN QUICKENBORNE,M.)
‘Wanneer door één der echtgenoten een gebouw wordt opgericht op een grond die in onverdeeldheid toebehoort aan de echtgenoten gehuwd onder het stelsel van scheiding van goederen, vindt artikel 555, B.W., in geval van verdeling geen toepassing voor de bepaling van de verschuldigde vergoeding, maar wel de regels inzake vermogensverschuiving zonder oorzaak. Zulks heeft voor gevolg dat de echtgenoot die het gebouw heeft opgericht, recht heeft op een vergoeding gelijk aan de meerwaarde die het goed heeft verkregen als gevolg van de door hem gedane uitgaven, met als maximum zijn verarming. Indien deze uitgaven evenwel belangrijker zijn dan de door het onroerend goed bekomen meerwaarde, heeft de echtgenoot recht op een vergoeding gelijk aan het bedrag van de op regelmatige wijze op zijn naam gefactureerde uitgaven‘(Gent 27 oktober 1988,Pas. 1989,II,85)
“De renovatie van een woning, toebehorend aan één van de samenwonenden,doch betaald door de andere,kan niet worden teruggevorderd op grond van de rechtsfiguur 'verrijking zonder oorzaak'“,Cass.(Fr.) 7 juli 1987,Ann.Dr.Liège 1988,271,noot THIRION,V.
SCHLECHTRIEM,P.,e.a., Restitution and unjust enrichment in Europe,ERPL 2001,377-415
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/