huur vragen bij verlaten van gezamelijke woning
Beste, wij leven in echtscheiding, ik moest woonst verlaten en deze is volle eigendom van nog echtgenoot, hij haalde spaarboek en bankrekening leeg, moest borg aanvragen aan Vlaams Wonings Fonds (nog geen antw) Nu hoor ik via meerdere kanten, dat er een huurvergoeding zal worden uitgesproken na definitieve scheiding.... dus dat diegene die in de gemeenschappelijke woonst blijft, huur zal moet "vergoeden" omdat hij er bleef wonen. Maar is dit dan ook zo als het zijn eigendom is ?
- Winston
- Juridisch actief: Ja
- Regio: België
Benieuwd naar jouw juridische opties? Winston begeleidt jou aan de geschikte oplossing.
Klik hier om jouw situatie te beschrijven en we nemen binnen de 24 uur met jou contact op voor persoonlijke begeleiding
viewtopic.php?f=51&t=98554Geef hier dan best de topic-link in deze thread weer...
Het enige dat u kunt doen is trachten (een deel van) uw bijdrage in de aflossing van zijn hypotheeklening terug te vorderen.
Voor de jaren dat jullie niet gehuwd waren gaat dat eerder moeilijk zijn. Want het kan even goed uw vrijwillige of overeengekomen bijdrage geweest zijn in de kosten van het huishouden.
Voor de jaren van het huwelijk is het een vermogensverschuiving tussen het gemeenschappelijke vermogen en het eigen vermogen van uw man (en kunt u trachten de helft terug te vorderen).
Maar het huis is en blijft van hem alleen en daarom moet hij u geen huurvergoeding geven.
Voor de jaren dat jullie niet gehuwd waren gaat dat eerder moeilijk zijn. Want het kan even goed uw vrijwillige of overeengekomen bijdrage geweest zijn in de kosten van het huishouden.
Voor de jaren van het huwelijk is het een vermogensverschuiving tussen het gemeenschappelijke vermogen en het eigen vermogen van uw man (en kunt u trachten de helft terug te vorderen).
Maar het huis is en blijft van hem alleen en daarom moet hij u geen huurvergoeding geven.
"Politici verkiezen echter liever de bedenkelijke heldenstatus van betweter te belichamen tegenover die van de minus habens." (Victor Dauginet in "Het belaste land", pagina 72)