Pagina 1 van 1

eigen werk in de woning

Geplaatst: 05 sep 2011 21:42
door pietjekonijn
Mijn vrouw en ik zitten momenteel in een echtscheiding. We kunnen beide de woning niet overkopen en ze zal dus openbaar verkocht worden.
De ruwbouw hebben we laten doen. Ik heb samen met mijn vader en broer de verdere afwerking van de woning gedaan. Zoals vloeren, badkamer betegelen en plaatsen, deuren geplaatst, gyproc, ... te veel om op te noemen. Kan ik voor ons eigen werk een hoger deel krijgen van de verkoopsom?
Hoe pak ik dit het beste aan? heeft het zin om naar de rechtbank te stappen en dit aan te vechten?

Re: eigen werk in de woning

Geplaatst: 05 sep 2011 23:11
door roharro
Neen. Ik veronderstel dat u zonder kontrakt bent gehuwd. Het werk dat u geleverd hebt aan de woning wordt hetzelfde behandeld als andere "inkomsten".
Alle inkomsten tijdens huwelijk zijn gemeenschappelijke inkomsten eender wie ze "verdiend" heeft. Bijgevolg was uw werk aan het huis ten gunste van de huwelijksgemeenschap. U kunt dus geen deel voorafnemen alvorens de verdeling te beginnen.

Re: eigen werk in de woning

Geplaatst: 06 sep 2011 15:02
door pietjekonijn
En hoe zit het met het werk van mijn vader en broer? Telt dat dan niet? Van haar familie is er niemand komen helpen.
Het gaat echt over heel veel uren. Niet zomaar een zaterdag of zondag af en toe eens.

Re: eigen werk in de woning

Geplaatst: 06 sep 2011 15:53
door lucgescheiden
Hoe wil je die hulp gaan bewijzen?
En indien bewezen: hoe wil je aantonen dat het hier niet om een gift gaat aan de gemeenschap?
Mogelijk riskeert u zelfs een boete op de waardevermeerdering waar geen btw-aangifte van gebeurde....

En de tegen-advokaat zal beweren dat het zijn cliente was die het mogelijk maakte dat u aan de woning kon werken, gezien zij ondertussen alleen voor het huishouden zorgde.

De enige manier om daar een rechtvaardige regeling in te bekomen, is een minnelijke schikking.

Re: eigen werk in de woning

Geplaatst: 07 sep 2011 08:49
door j.demoor
“Art.1405.Gemeenschappelijk zijn :1.de inkomsten uit de beroepsbezigheden van elk der echtgenoten...4.alle goederen waarvan niet bewezen is dat ze aan een der echtgenoten eigen zijn...“(Burgerlijk Wetboek).

‘Wanneer door één der echtgenoten een gebouw wordt opgericht op een grond die in onverdeeldheid toebehoort aan de echtgenoten gehuwd onder het stelsel van scheiding van goederen, vindt artikel 555, B.W., in geval van verdeling geen toepassing voor de bepaling van de verschuldigde vergoeding, maar wel de regels inzake vermogensverschuiving zonder oorzaak. Zulks heeft voor gevolg dat de echtgenoot die het gebouw heeft opgericht, recht heeft op een vergoeding gelijk aan de meerwaarde die het goed heeft verkregen als gevolg van de door hem gedane uitgaven, met als maximum zijn verarming. Indien deze uitgaven evenwel belangrijker zijn dan de door het onroerend goed bekomen meerwaarde, heeft de echtgenoot recht op een vergoeding gelijk aan het bedrag van de op regelmatige wijze op zijn naam gefactureerde uitgaven‘(Gent 27 oktober 1988,Pas. 1989,II,85).

‘Ik heb samen met mijn vader en broer de verdere afwerking van de woning gedaan. Zoals vloeren, badkamer betegelen en plaatsen, deuren geplaatst, gyproc, ... ’ is geen inkomst uit beroepsbezigheid van een echtgenoot en evenmin een huishoudelijke last die geacht wordt dagelijks verdeeld te zijn.

Op analoge wijze ZOU men voornoemd arrest ook hier kunnen toepassen voor wat kennelijk MEER is dan een louter huishoudelijke last. Rechtspraak over een vrijwel gelijkaardig geval is mij echter niet bekend.