recht <> gerechtigheid
Geplaatst: 07 dec 2011 16:47
Hoe kan het zijn dat een jeugdrechtbank hoger beroep in een valkuil loopt van verzinsels en nooit bewezen aantijgingen?
2 jaar geleden onderging ik een feitelijke scheiding, kreeg mijn kind niet te zien en heb hiervoor dan ook een kortgeding procedure gestart, vanaf daar word een vader reeds gediscrimineerd, want na vele verzinsels van de moeder kreeg ik mijn zoon pas 1 dag om de 14 dagen te zien zonder overnachting. Tot het voorkwam voor de jeugdrechtbank kreeg ik tenslotte na lange tijd een zwakke weekendregeling van zaterdag ochtend tot zondagavond, waar ik zelf voor elke verplaatsing moest instaan. verplaatsingen van 50KM enkel. Door dat de moeder mij als vader alle contact met mijn zoon lastig maakte en mij nergens over informeerde (inschrijving in school / medicatie /etc) heeft de jeugdrechtbank beslist om mijn zoon volledig aan mij toe te wijzen, met een redelijke weekendregeling voor de moeder. Hier ging ze tegen in beroep, en reeds na 3 weken komt dit voor. Terwijl ik reeds een jaar heb moeten vechten om tot een weekendregeling te komen. De eerste vraag die de beroepsrechter stel is of er akoord kan gegaan worden met gemengd ouderlijk gezag en een week/week regeling. TUURLIJK ging de moeder akoord en ik ook want dit was reeds lange tijd mijn uitgangspunt. op het moment dat mijn zoon toekegend was aan mij heb ik de beslissing genomen hem in te schrijven in een school in de buurt van mij ( mits het plaatsverschil van de ouderlijke woonsten) Ik ben hem blijven naar school doen naar de school in de buurt van de moeder tot einde schooljaar, en wou hem vanaf volgend schooljaar naar zijn nieuwe school brengen zoals medegedeeld in het hoger beroep. maar moeder pikte dit niet en bleef hem in haar week naar de oude school doen, en ik naar de nieuwe school in mijn week. Geen goede situatie voor het kind. De rechter hoger beroep oordeelde dat ik als vader geen eenzijdige beslissing mocht nemen en hem in een nieuwe school inschrijven, terwijl de moeder me van in den beginne al niet informeerde dat hij hoegenaamd naar school ging. Ik ben nooit akkoord gegaan met zijn inschrijving in de eerste school. (dit was tenslotte de reden dat de jeugdrechtbank hem volledig aan mij toewees). door dit vonnis ben ik niet in staat hem alle dagen van de week naar school te doen 50KM verder en moet ik de moeder nu 14 dagen gunnen en blijf ik over met een mager weekend. terwijl zij de persoon is die me steeds proberen uitsluiten heeft als vader voor mijn zoon. Voor het kind is een vaste structuur steeds beter maar dit blijkt niet het uitgangspunt van de rechtsgang. De moeder wordt onderliggend steeds bevoordeeld, zelfs als is zij diegene die 50KM verder gaat wonen en dan alles in gang zet het kind volledig naar zich te trekken.
2 jaar geleden onderging ik een feitelijke scheiding, kreeg mijn kind niet te zien en heb hiervoor dan ook een kortgeding procedure gestart, vanaf daar word een vader reeds gediscrimineerd, want na vele verzinsels van de moeder kreeg ik mijn zoon pas 1 dag om de 14 dagen te zien zonder overnachting. Tot het voorkwam voor de jeugdrechtbank kreeg ik tenslotte na lange tijd een zwakke weekendregeling van zaterdag ochtend tot zondagavond, waar ik zelf voor elke verplaatsing moest instaan. verplaatsingen van 50KM enkel. Door dat de moeder mij als vader alle contact met mijn zoon lastig maakte en mij nergens over informeerde (inschrijving in school / medicatie /etc) heeft de jeugdrechtbank beslist om mijn zoon volledig aan mij toe te wijzen, met een redelijke weekendregeling voor de moeder. Hier ging ze tegen in beroep, en reeds na 3 weken komt dit voor. Terwijl ik reeds een jaar heb moeten vechten om tot een weekendregeling te komen. De eerste vraag die de beroepsrechter stel is of er akoord kan gegaan worden met gemengd ouderlijk gezag en een week/week regeling. TUURLIJK ging de moeder akoord en ik ook want dit was reeds lange tijd mijn uitgangspunt. op het moment dat mijn zoon toekegend was aan mij heb ik de beslissing genomen hem in te schrijven in een school in de buurt van mij ( mits het plaatsverschil van de ouderlijke woonsten) Ik ben hem blijven naar school doen naar de school in de buurt van de moeder tot einde schooljaar, en wou hem vanaf volgend schooljaar naar zijn nieuwe school brengen zoals medegedeeld in het hoger beroep. maar moeder pikte dit niet en bleef hem in haar week naar de oude school doen, en ik naar de nieuwe school in mijn week. Geen goede situatie voor het kind. De rechter hoger beroep oordeelde dat ik als vader geen eenzijdige beslissing mocht nemen en hem in een nieuwe school inschrijven, terwijl de moeder me van in den beginne al niet informeerde dat hij hoegenaamd naar school ging. Ik ben nooit akkoord gegaan met zijn inschrijving in de eerste school. (dit was tenslotte de reden dat de jeugdrechtbank hem volledig aan mij toewees). door dit vonnis ben ik niet in staat hem alle dagen van de week naar school te doen 50KM verder en moet ik de moeder nu 14 dagen gunnen en blijf ik over met een mager weekend. terwijl zij de persoon is die me steeds proberen uitsluiten heeft als vader voor mijn zoon. Voor het kind is een vaste structuur steeds beter maar dit blijkt niet het uitgangspunt van de rechtsgang. De moeder wordt onderliggend steeds bevoordeeld, zelfs als is zij diegene die 50KM verder gaat wonen en dan alles in gang zet het kind volledig naar zich te trekken.