JuridischForum.be

Wij waren gehuwd met een huwelijkscontract volledige scheiding van goederen.

In dat geval is de partner die in de gemeenschappelijke eigendom blijft wonen een woonstvergoeding verschuldigd vanaf de datum van feitelijke scheiding, en dus niet vanaf de inleiding van de echtscheidingsprocedure.

Dat staat althans op de website van advokaten-leuven.

Ik wens dus dat mijn ex mij een bewoningsvergoeding betaalt vanaf de datum van feitelijke scheiding, datum die in een vonnis van een vredegerecht werd vastgesteld.

De advocaat van tegenpartij betwist mijn eis, en mijn eigen pro-deo raadsman vindt nerdgens de rechtsspraak daarover.

Kan iemand mij op het juiste juridische spoor zetten?

Woonstvergoeding is verschuldigd vanaf de feitelijke scheiding ten aanzien van de partijen die gehuwd zijn met een contract van volledige scheiding van goederen.

De woonstvergoeding wordt in de regel bepaalt op de huurvergoeding, zijnde de normale huurwaarde op de markt van de woonst, zo nodig te bepalen door een deskundige. Indien de woning tot de gemeenschap behoort, dient de bewoner niet te betalen aan de mede gerechtigde maar wel aan de gemeenschap die nadien te verdelen is. In de praktijk vindt de betaling meestal plaats op het ogenblik van de vereffening-verdeling zelf en wordt er dus vooruit en tijdens de onverdeeldheid niet betaald.

Uw advocaat kan misschien de volgende rechtspraak eens lezen.
Bergen 22 januari 1998, Rev. trim. dr. fam. 1999, 135; Luik 4 oktober 1999, Rev. not. b. 2000, 344; Antwerpen 29 februari 2000, Not. Fisc. M. 2001, 88; Antwerpen 26 juni 2001, A.J.T. 2001-02, 999; Rb. Brussel 23 oktober 1998, Div. Act. 2000, 44.
Rb. Brussel 2 oktober 1998, Div. Act. 2000, 44.

Deze wordt aangehaald in VANBOCKRIJCK, H., Overzicht van rechtspraak (1997-2004) - De vereffening-verdeling na echtscheiding E.J., deel 1: 2004, afl. 5, 74-86, deel 2: 2004: afl. 8, 126-139, deel 3: 2005, afl. 4, 50-62, deel 4: 2006, afl. 1, 1-8.

Die schrijft "Daarentegen is voor echtgenoten gehuwd onder het stelsel van scheiding van goederen de woonstvergoeding verschuldigd vanaf het ontstaan van de feitelijke scheiding, aangezien het onroerend goed onverdeeld en niet gemeenschappelijk is."

Alvast bedankt voor jullie reacties, die ik voorleg aan mijn raadsman. Ik zal jullie op de hoogte houden van de afloop.

mvg
JC