Man en vrouw gaan echtscheiden. Er wordt een vervreemdingsverbod opgelegd door de rechter in kort geding. Man heeft op dat moment nog een aantal goederen in zijn bezit dewelke deel uitmaken van het gemeenschappelijk vermogen. Inventaris ten huize vrouw wordt opgemaakt. Inventaris ten huize man wordt telkens uitgesteld (ondertussen al een jaar bezig).
Man en vrouw zijn ondertussen gescheiden.
Nu ontdekt vrouw dat een familielid van de man, anderhalf jaar na het opleggen van het vervreemdingsverbod, bepaalde goederen van het gemeenschappelijk vermogen, te koop zet op het internet onder eigen naam (dus niet op deze van de man).
Kan de vrouw hier iets tegen beginnen en zo ja, wat ?