Pagina 1 van 1

CO OUDERSCHAP

Geplaatst: 15 jan 2015 22:04
door GILBERTE1947
Even de situatie schetsen :
Mijn vriend is gescheiden van de mama van zijn dochter die ondertussen 11 jaar is. Zij wou het volledige hoederecht over hun dochter. Mijn vriend vond dat onterecht en heeft via de rechtbank , jammer genoeg omdat er geen andere optie mogelijk was, dit aangevochten en gewonnen omdat er idd geen enkel reden te vinden was waarom hun dochter niet in co ouderschap zou kunnen opgroeien. Dit verliep echter redelijk tot de laatste tijd dat ze zich niet meer aan de afspraken houdt van vrij-vrij regeling. Soms komt ze gewoon niet af met hun dochter, regelt ze reisjes in de week van mijn vriend tot nu dat ze op dinsdag aan de school staat om haar mee te doen naar huis. Mijn vriend heeft al zoveel pogingen ondernomen om haar te doen inzien dat de uitspraak van de rechter gevolgd moet worden en dit haar ook duidelijk te maken via mail, telefoon maar telkens zonder succes. Hij heeft dit ook laten constateren bij de politie maar wat kunnen we meer doen? De dochter van mijn vriend is volgens ons gewoon dingen beloofd en wij hebben nu ook geen zin dat kind te manipuleren of kwaad te zijn op haar voor de tijd die rest dat ze bij ons dan is.Maar kan dit zomaar? wat kan men meer doen als een bepaald vonnis niet nageleefd wordt? Zonder er weer de rechtbank bij te betrekken denk ik dat er niet echt een oplossing is. Wij proberen op een eerlijke manier zijn dochter de situatie duidelijk te maken maar het blijft een kind van 11... mijn vriend is gewoon ten einde raad.

Re: CO OUDERSCHAP

Geplaatst: 16 jan 2015 08:55
door AdvoBleyaert
Art. 387ter. Burgerlijk Wetboek<Ingevoegd bij W 2006-07-18/38, art. 4; Inwerkingtreding : 14-09-2006> § 1. [1 Ingeval één van de ouders weigert de rechterlijke beslissingen met betrekking tot de verblijfsregeling van de kinderen of het recht op persoonlijk contact uit te voeren, kan de zaak opnieuw voor de reeds geadieerde familierechtbank worden gebracht [2 , overeenkomstig de in artikel 1253ter/7 van het Gerechtelijk Wetboek voorziene procedure]2
De rechter doet uitspraak met voorrang boven alle andere zaken.
[1 ...]1.
Hij kan nieuwe beslissingen nemen met betrekking tot het ouderlijk gezag of de huisvesting van het kind.
Onverminderd strafvervolging kan hij de partij die het slachtoffer is van de miskenning van de in het eerste lid bedoelde beslissing toestaan een beroep te doen op dwangmaatregelen. Hij bepaalt de aard van deze maatregelen en de nadere regels betreffende de uitoefening ervan, rekening houdend met het belang van het kind en wijst, indien hij zulks nodig acht, de personen aan die gemachtigd zijn de gerechtsdeurwaarder te vergezellen voor de tenuitvoerlegging van zijn beslissing.
De rechter kan een dwangsom uitspreken om te waarborgen dat de te nemen beslissing zal worden nageleefd en, in die hypothese, stellen dat voor de tenuitvoerlegging van die dwangsom, artikel 1412 van het Gerechtelijk Wetboek van toepassing is.
De beslissing is van rechtswege uitvoerbaar bij voorraad.
§ 2. Dit artikel is eveneens van toepassing wanneer de rechten van de partijen geregeld zijn door een overeenkomst zoals voorzien in artikel 1288 van het Gerechtelijk Wetboek. In dit geval, en onverminderd § 3, wordt de zaak bij de [1 familierechtbank]1 aanhangig gemaakt door middel van een verzoekschrift op tegenspraak.
§ 3. In geval van absolute noodzaak, en onverminderd de mogelijkheid om een beroep te doen op artikel 584 van het Gerechtelijk Wetboek, kan bij eenzijdig verzoekschrift de toestemming worden gevraagd om een beroep te doen op de dwangmaatregelen als bedoeld in § 1. De artikelen 1026 tot 1034 van het Gerechtelijk Wetboek zijn van toepassing. De verzoekende partij moet het verzoekschrift staven met alle dienstige stukken die aantonen dat de weigerende partij daadwerkelijk werd aangemaand haar verplichtingen na te komen en dat zij zich heeft verzet tegen de tenuitvoerlegging van de beslissing.
De inschrijving van het verzoekschrift is kosteloos. Het verzoekschrift wordt gevoegd bij het dossier van de rechtspleging die aanleiding heeft gegeven tot de beslissing die niet werd nageleefd, tenzij de zaak inmiddels bij een andere rechter aanhangig is gemaakt.
§ 4. Dit artikel doet geen afbreuk aan de internationale bepalingen die België verbinden op het vlak van de internationale ontvoering van kinderen.
Afdeling V Strafwetboek. - <W 2000-11-28/35, art. 31, 029; Inwerkingtreding : 27-03-2001> Niet-afgeven van kinderen.

Art. 431. <W 2000-11-28/35, art. 31, 029; Inwerkingtreding : 27-03-2001> Met gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met geldboete van zesentwintig [euro] tot honderd [euro] of met een van die straffen alleen worden gestraft zij aan wie een minderjarige beneden de leeftijd van twaalf jaar is toevertrouwd en hem niet afgeven aan de personen die het recht hebben hem op te eisen. <W 2000-06-26/42, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Indien de schuldige deze minderjarige meer dan vijf dagen verborgen houdt voor degenen die het recht hebben hem op te eisen of deze minderjarige onrechtmatig buiten het grondgebied van het Koninkrijk vasthoudt, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van een jaar tot vijf jaar en met geldboete van zesentwintig [euro] tot tweehonderd [euro] of met een van die straffen alleen. <W 2000-06-26/42, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01-2002>

Art. 432. <W 2000-11-28/35, art. 31, 029; Inwerkingtreding : 27-03-2001> § 1. Met gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met geldboete van zesentwintig [euro] tot duizend [euro], of met een van deze straffen alleen worden gestraft :<W 2000-06-26/42, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01-2002>
de vader of moeder die het minderjarige kind onttrekt of poogt te onttrekken aan de rechtsvervolging, tegen dit kind ingesteld uit kracht van de wetgeving betreffende de jeugdbescherming of betreffende de jeugdbijstand, die het onttrekt of poogt te onttrekken aan de bewaring van de personen aan wie de bevoegde overheid het heeft toevertrouwd, die het niet afgeeft aan degenen die het recht hebben het op te eisen of die het, zelfs met zijn toestemming, ontvoert of doet ontvoeren.
Is de schuldige geheel of ten dele ontzet uit de ouderlijke macht, dan kan de gevangenisstraf tot drie jaar worden verhoogd.
§ 2. Indien de schuldige het minderjarige kind meer dan vijf dagen verborgen houdt voor degenen die het recht hebben het op te eisen of het minderjarige kind onrechtmatig buiten het grondgebied van het Koninkrijk vasthoudt, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van een jaar tot vijf jaar en met geldboete van vijftig [euro] tot duizend [euro], of met een van deze straffen alleen. <W 2000-06-26/42, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Is de schuldige geheel of ten dele ontzet uit de ouderlijke macht, dan is de gevangenisstraf minstens drie jaar.
§ 3. Wanneer over de bewaring van het minderjarige kind mocht zijn beslist, hetzij gedurende het verloop of ten gevolge van een geding tot echtscheiding of tot scheiding van tafel en bed, hetzij in andere bij de wet bepaalde omstandigheden, dan worden de straffen bepaald in de §§ 1 en 2 toegepast op de vader of de moeder die het minderjarige kind onttrekt of poogt te onttrekken aan de bewaring van hen aan wie het krachtens de beslissing is toevertrouwd, die het niet afgeeft aan degenen die het recht hebben het op te eisen of die het, zelfs met zijn toestemming, ontvoert of doet ontvoeren.
§ 4. Indien over de bewaring van het minderjarige kind een aan de rechtspleging door onderlinge toestemming voorafgaande minnelijke schikking is getroffen, worden de straffen bepaald in §§ 1 en 2 toegepast op de vader of de moeder die, vanaf de datum van de overschrijving van de echtscheiding door onderlinge toestemming, het minderjarige kind onttrekt of poogt te onttrekken aan de bewaring van hen aan wie het krachtens de beslissing of de minnelijke schikking is toevertrouwd, die het niet afgeeft aan hen die het recht hebben het op te eisen of die het, zelfs met zijn toestemming, ontvoert of doet ontvoeren.