JuridischForum.be

Mijn ex wil me geen woonstvergoeding betalen omdat er een financiële ongelijkheid bestaat tussen de voormalige gehuwden, gehuwd onder stelsel van scheiding van goederen.
Deze ongelijkheid berust op een iets hoger inkomen van mijzelf ( verhouding 40/60) en een erfenis voor mij.
Kan dat hij dat halen?

Een erfenis heeft toch niets te maken met het huwelijk?

Ik wil ook al jaren dat de Sint een miljoen in mijn schoentje komt leggen, ben nog steeds aan het wachten. Ik denk dat dat een frivole vordering van uw ex is, tenminste indien hij niet de volledige last van een nog lopend hypothecair krediet op de woning draagt. Vragen staat vrij, (hoewel ik niet graag zijn advocaat zou zijn indien hij met zulke 'argumenten' aankomt) maar de kans dat een rechter die eis onder de gegeven omstandigheden zal toewijzen lijkt me bijna onbestaande.

Het ergste is dat ikzelf de resterende hypotheek betaal.

Wat wil je meer: ik betaal alimentatie voor kinderen en buitengewone onkosten voor hen, daar bovenop een hypotheek en vraag een woonstvergoeding voor de 50% eigendom van de woning.

De woonstvergoeding wil hij niet betalen, dus zal hem de hypotheek overdragen te betalen. Misschien is dit fout maar als hij er toch al woont ...

Ik zou dat niet op die manier doen maar vragen dat hij veroordeeld wordt tot het betalen van die woonstvergoeding; u hebt een advocaat veronderstel ik? Als hij de hypotheek niet betaalt gaat dat uiteindelijk alleen meer problemen geven en aangezien u hoofdelijk aansprakelijk bent kan de bank bij u langskomen voor de totale som als het verkeerd gaat.

De molens van justitie malen langzaam maar uiteindelijk werkt het systeem, zorg dat u zichzelf niet in de voet schiet.

Per slot heb ik de hypotheek behouden, de woonstvergoeding en de hypotheek zijn nu opgenomen in het verzoekschrift zodat de ex-man kan veroordeeld worden !

Hopelijk zullen de molens van justitie hun werk doen!

De echtgenoot aan wie tijdens de echtscheidingsprocedure de gemeenschappelijke woning wordt toegewezen, die hij alleen heeft gebruikt en waarvan hij het exclusief genot heeft gehad is hiervoor bewoningsvergoeding verschuldigd die gelijk is aan de opbrengstwaarde van dit goed (art. 577-2 §3 B.W.) (Zie hierover onder meer Cass. 4 mei 2001, E.J. 2001, 122, noot MOSSELMANS S. ; T.Not. 2001, 466 met noot).

Indien de woning aan de gemeenschap behoort, dient de bewoner niet te betalen aan de mede gerechtigde maar aan de gemeenschap die nadien te verdelen is. In de praktijk vindt de betaling meestal plaats op het ogenblik van de vereffening-verdeling zelf en wordt er dus vooruit en tijdens de onverdeeldheid niet betaald. Indien u de hypotheek zelf verder afbetaald kan u de helft terugvorderen of dient de gemeenschap u te vergoeden met intrest vanaf de datum waarop de echtscheiding werd aangevraagd. Alles hangt af wat in het huwelijkscontract staat.

De gemeenschap ontvangt volledige huuropbrengst die achteraf verdeeld wordt onder de gemeenschap, en dit met interest !
Welke interesten worden hier voor gerekend?

Art.1391 B.W. Het wettelijk of bedongen huwelijksvermogenstelsel begint te werken vanaf de voltrekking van het huwelijk, niettegenstaande enige andersluidende overeenkomst. B.W.
Volgens de rechtspraak geldt vanaf het huwelijk, zonder contract, het wettelijk stelsel. De wettelijke regels betreffende de materiële aspecten van het huwelijk vormen het HUWELIJKSVERMOGENSTELSEL = de regels m.b.t. de vermogens van de echtgenoten tijdens het huwelijk en bij de ontbinding ervan.
Bij de vereffening van de huwgemeenschap onder het wettelijk stelsel worden de vergoedingsrekeningen uitgevoerd overeenkomstig de artikels 1432-1438 van het Burgerlijk Wetboek. Ook bij gehuwden onder stelsel van scheiding van goederen gelden deze regels, tenzij een contract daarover uitsluitsel geeft.

Aldus is het gemeenschappelijk vermogen vergoeding verschuldigd (art.1434) voor de aflossing van het krediet dat u verder afbetaalt. Art. 1436 bepaalt dat de vergoedingen van rechtswege intrest opbrengen vanaf de dag van de ontbinding van het stelsel (eerste aanvraag tot echtscheiding). Deze intresten zijn wettelijke intresten. Voor 2016 : 2,25%.

Aangezien de woonstvergoeding geen vergoeding uitmaakt zoals in artikel 1436 B.W. brengt een woonstvergoeding geen intresten op vanaf de dag van de ontbinding van het huwelijk. Sommige magistraten van de Hoven van beroep vinden het echter billijk dat de woonstvergoeding dient aangepast te worden aan de index.