JuridischForum.be

Situatieschets:
Als je gehuwd bent onder het "wettelijk stelsel" (dus zonder huwelijkscontract) en je hebt samen een eigendom .

De echtgenoot heeft 1 dochter uit een vorige huwelijk.
De echtgenote heeft geen kinderen, maar wel broers en zussen.

Wat gebeurt er indien de echtgenote sterft met:
* het huis, aangekocht tijdens het huwelijk
* het geld op prive en gemeenschappelijke rekeningen
* auto tijdens huwelijk gekocht, maar factuur op naam van echtgenoot
* inboedel van het huis

Ik heb hier niet echt een duidelijk antwoord op kunnen vinden. Vraag is op wat (van bovenstaande) de erfgenamen van de echtgenote recht hebben, en, hoe en wanneer ze dit eventueel kunnen opeisen.

Geen huwelijkscontract; geen Gifte Tussen Echtgenoten; geen testament.

Eerst wordt het gemeenschappelijk vermogen verdeeld. Ik veronderstel dat er geen inbreng is gebeurd door de vrouw van goederen in het gemeenschappelijk vermogen (m.a.w. niets van wat nu gemeenschappelijk is, was ooit eigen van de vrouw).

Dat vermogen wordt in 2 verdeeld. De man bekomt de 1/2 uit het huwelijksvermogenrecht en erft de andere helft.

Van het eigen vermogen (als dat nog zou bestaan) erft de man slechts het levenslang vruchtgebruik; de broers en zusters erven de blote eigendom.

De dochter van de man komt er niet aan te pas.

Het is niet omdat een factuur op één naam staat of omdat een bankrekening op één naam staat, dat het eigen vermogen is.

Eigen vermogen hebben is niet gemakkelijk als men zo getrouwd is: alle loon, alle interesten zelfs van dat eigen vermogen, alle inkomsten zijn gemeenschappelijk.

Zijn eigen: de goederen die men bezat voor het huwelijk maar met geld is dat niet zuiver: de interesten zijn telkens gemeenschappelijk geworden en de interesten op de interesten ook.

Wil iemand dus iets opeisen, dan moet die bewijzen dat het eigen goederen waren en gebleven zijn. Dat is zeer gemakkelijk bij onroerende goederen.

Opgelet: hetgeen de vrouw geërfd heeft tijdens het huwelijk, blijft eigen.

Het simpelste is een testament maken en de langstlevende aanstellen als algemeen legataris; dan zijn broers/zusters uitgeschakeld.