#3 , 25 aug 2010 10:32
‘De verbintenis van de huurder tot betaling van de huurprijs is een deelbare verbintenis. Een opzegging dient te worden beschouwd als een daad van beschikking over het onverdeelde huurrecht,zodat,voor de geldigheid ervan,krachtens art.577-2,§6 B.W.,hiertoe de medewerking van alle medehuurders vereist is[Rb.Gent 7 januari 2005(de H./Van B.),R.W.2006-07,1163-1166].
De verhuurder kan ook de opzegging door één mede-huurder weigeren, o.m. wegens gebrek aan solvabiliteit van de andere huurder.
“Art.1760.In geval van ontbinding van de huur door de schuld van de huurder, is deze verplicht de huurprijs te betalen gedurende de tijd die voor de wederverhuring nodig is, onverminderd de vergoeding van de schade die door het wangebruik mocht zijn veroorzaakt.”(B.W.=Burgerlijk Wetboek).
Ernstige verstoring van de verstandhouding tussen de huurders is geen grond tot gerechtelijke ontbinding van de huur.
Tussen FEITELIJK samenwonenden is noch art.223 noch art.1479 B.W. van toepassing.
Er rest dus enkel : “Art.1134.Alle overeenkomsten die wettig zijn aangegaan, strekken degenen die deze hebben aangegaan, tot wet. Zij kunnen niet herroepen worden dan met hun WEDERZIJDSE toestemming of op gronden door de wet erkend...”(B.W.).
Misschien kan ANALOGE toepassing gemaakt worden van :‘Art.1420.Indien een echtgenoot zonder wettige reden weigert toestemming te geven...kan de andere echtgenoot zich door de rechtbank van eerste aanleg laten machtigen om een van de handelingen genoemd in de artikelen...alleen te verrichten.”(Burgerlijk Wetboek).
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/