Einde feitelijk/wettelijk samenwonen - gezinswoning

olb
Topic Starter
Berichten: 3

Einde feitelijk/wettelijk samenwonen - gezinswoning

#1 , 01 jul 2011 21:44

Volgende case:

wij beêindigen op dit moment onze relatie. We zijn wettelijk samenwonend en wonen in een gezinswoning met 1 kind. Huis in 50/50 eigendom en er rust een hypotheek op. Zij heeft er belang bij het huis niet te verlaten uit financiële redenen. Ik wil het huis wel verkopen en de hypotheek aflossen.

Gezien het wettelijk samenwonen is de gezinswoning beschermd en kan ik het niet verkopen zonder toestemming vd partner. Ik kan dit wel voor de rechter brengen en die kan dan "dwingende en voorlopige maatregelen" opleggen. Wat houdt dit in en heeft zij een argument als zij zegt dat ze bij verlaten vd woonst quasi geen financiële middelen heeft?

Wat als ik eenzijdig het wettelijk samenwonen opzeg? Wonen we dan terug feitelijk samen en is het in dat geval makkelijker de verkoop van de gezinswoning te laten doorgaan?

Bedankt.

Winston
Juridisch actief: Ja
Regio: België

Een juridische oplossing. Voor elk probleem, voor iedereen!

Benieuwd naar jouw juridische opties? Winston begeleidt jou aan de geschikte oplossing. Klik hier om jouw situatie te beschrijven en we nemen binnen de 24 uur met jou contact op voor persoonlijke begeleiding
Turaki
Berichten: 6870

#2 , 01 jul 2011 21:55

Niemand kan gedwongen worden in onverdeeldheid te blijven. Indien de mede-eigenaar niet wil verkopen, kan u een openbare verkoop vorderen.
Uw notaris kan u hier meer info over geven.

olb
Topic Starter
Berichten: 3

#3 , 01 jul 2011 22:14

Maar op zich maakt het geen verschil of men wettelijk of feitelijk samenwonen is, als beiden mede-eigenaar zijn van het huis of...?

Reclame

Franciscus
Berichten: 39720
Juridisch actief: Nee

#4 , 01 jul 2011 22:19

Eigenaar is niet hetzelfde juridisch als samenwonen dus als eigenaar beslist u te verkopen en dat kan voor de rechter worden beslist.
De rest is ondergeschikt.

j.demoor
Berichten: 10360

#5 , 03 jul 2011 09:10

“Art.1476...§ 2...De wettelijke samenwoning kan worden beëindigd hetzij in onderlinge overeenstemming door de samenwonenden, hetzij eenzijdig door een van de samenwonenden door middel van een schriftelijke verklaring die tegen ontvangstbewijs wordt overhandigd aan de ambtenaar van de burgerlijke stand, zoals bepaald in het volgende lid...”(Burgerlijk Wetboek=B.W.).

‘wij beêindigen op dit moment onze relatie‘

Dit beëindigen van uw relatie is NIET de beëindiging van de wettelijke samenwoning bedoeld in voornoemd art.1476,ook al zou u zich afzonderlijk domiciliëren.

“Art.1479.Indien de verstandhouding tussen de wettelijk samenwonenden ernstig verstoord is, beveelt de vrederechter, op verzoek van één van de partijen, de dringende en voorlopige maatregelen betreffende het betrekken van de gemeenschappelijke verblijfplaats, betreffende de persoon en de goederen van de samenwonenden en van de kinderen alsmede betreffende de wettelijke en contractuele verplichtingen van beide samenwonenden. De vrederechter bepaalt de geldigheidsduur van de maatregelen die hij oplegt. Hoe dan ook vervallen die maatregelen op de dag dat de wettelijke samenwoning, zoals bedoeld in artikel 1476, § 2, zesde lid, wordt beëindigd. Na de beëindiging van de wettelijke samenwoning en voor zover de vordering binnen drie maanden na die beëindiging is ingesteld, gelast de vrederechter de dringende en voorlopige maatregelen die ingevolge de beëindiging gerechtvaardigd zijn. De vrederechter bepaalt de geldigheidsduur van de maatregelen die hij oplegt. Die geldigheidsduur mag niet langer dan één jaar bedragen.”(B.W.).

“Art.815.Niemand kan worden genoodzaakt in onverdeeldheid te blijven; en de verdeling kan te allen tijde worden gevorderd...”(B.W.).

Het al dan niet wettelijk samenwonen verhindert niet voornoemde vordering om uit onverdeeldheid te treden,bij ontbreken van overeenkomst daarover.
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/

jojan
Berichten: 739

#6 , 04 jul 2011 12:22

De bescherming van de gezinswoning: De gezinswoning omvat de gemeenschappelijke woning en het huisraad van de samenwonenden. Een van de samenwonenden kan niet op eigen houtje beslissen de gezinswoning te verkopen, weg te schenken of er een hypotheek op te nemen. De andere samenwonende moet daarmee akkoord gaan. Als een van de samenwonenden zonder goede reden weigert, kan de rechter de andere toelaten toch alleen te handelen.

Vrederechter
Als de verstandhouding tussen de samenwonenden ernstig verstoord is, kan de vrederechter dringende en voorlopige maatregelen opleggen.

Deze maatregelen kunnen betrekking hebben op:

het verblijf in de woning
de goederen van de samenwonenden en de gemeenschappelijke kinderen
de verplichtingen van beide samenwonenden

Ook na het beëindigen van de wettelijke samenwoning kan de vrederechter deze maatregelen opleggen.

"Art. 1479. Indien de verstandhouding tussen de wettelijk samenwonenden ernstig verstoord is, beveelt de vrederechter, op verzoek van één van de partijen, de dringende en voorlopige maatregelen betreffende het betrekken van de gemeenschappelijke verblijfplaats, betreffende de persoon en de goederen van de samenwonenden en van de kinderen alsmede betreffende de wettelijke en contractuele verplichtingen van beide samenwonenden.
De vrederechter bepaalt de geldigheidsduur van de maatregelen die hij oplegt. Hoe dan ook vervallen die maatregelen op de dag dat de wettelijke samenwoning, zoals bedoeld in artikel 1476, § 2, zesde lid, wordt beëindigd.
Na de beëindiging van de wettelijke samenwoning en voor zover de vordering binnen drie maanden na die beëindiging is ingesteld, gelast de vrederechter de dringende en voorlopige maatregelen die ingevolge de beëindiging gerechtvaardigd zijn. De vrederechter bepaalt de geldigheidsduur van de maatregelen die hij oplegt. Die geldigheidsduur mag niet langer dan één jaar bedragen.
De vrederechter beschikt overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 1253ter tot 1253octies van het Gerechtelijk Wetboek.".

De artikelen 215, 220, § 1, en 224, § 1, 1, zijn van overeenkomstige toepassing op de wettelijke samenwoning.

Art. 215. <W 14-07-1976, art. 1> § 1. De ene echtgenoot kan zonder de instemming van de andere niet onder bezwarende titel of om niet onder de levenden beschikken over de rechten die hij bezit op het onroerend goed dat het gezin tot voornaamste woning dient, noch dat goed met hypotheek bezwaren.
Hij kan zonder die instemming evenmin onder bezwarende titel of om niet onder de levenden beschikken over het huisraad dat aanwezig is in het goed dat het gezin tot voornaamste woning dient, noch dat huisraad in pand geven.
Indien de echtgenoot wiens instemming vereist is, deze zonder gewichtige redenen weigert, kan de andere echtgenoot zich door de rechtbank van eerste aanleg, en, in spoedeisende gevallen, door de voorzitter van die rechtbank, laten machtigen om de handelingen alleen te verrichten.
§ 2. Het recht op de huur van het onroerend goed dat een der echtgenoten gehuurd heeft, zelfs voor het huwelijk, en dat het gezin geheel of gedeeltelijk tot voornaamste woning dient, behoort aan beide echtgenoten gezamenlijk, niettegenstaande enige hiermede strijdige overeenkomst.
De opzeggingen, kennisgevingen en exploten betreffende die huur moeten gezonden of betekend worden aan elk der echtgenoten afzonderlijk of uitgaan van beide echtgenoten gezamenlijk.
(Elk van de echtgenoten kan evenwel de nietigheid van deze documenten, die aan de andere echtgenoot worden toegezonden of van deze laatste uitgaan, slechts inroepen indien de verhuurder kennis heeft van hun huwelijk. <W 20-02-1991, art. 3>
Elk geschil tussen de echtgenoten omtrent de uitoefening van dat recht wordt beslist door de vrederechter.
De bepalingen van deze paragraaf zijn niet van toepassing op handelshuurovereenkomsten, noch op pachtcontracten.

Terug naar “Huwelijk & Samenwoning”