#2 , 31 jan 2012 09:39
“Art.1475.§ 1. Onder "wettelijke samenwoning" wordt verstaan de toestand van samenleven van twee personen die een verklaring hebben afgelegd overeenkomstig artikel 1476 § 2. Om een verklaring van wettelijke samenwoning te kunnen afleggen, moeten beide partijen voldoen aan de volgende voorwaarden :1° niet verbonden zijn door een huwelijk of door een andere wettelijke samenwoning;2° bekwaam zijn om contracten aan te gaan overeenkomstig de artikelen 1123 en 1124.”(Burgerlijk Wetboek).
Het ontbreken van een eigen gezinswoning staat dus het afsluiten van een wettelijk samenlevingscontract niet in de weg.
Indien u enkel de kosten van de gemeenschappelijke huishouding deelt is er slechts ‘bezetting ter bede’ = ‘zonder recht of titel’.
Bij ontbreken van afzonderlijke domiciliëring vormen ALLE samenwonenden één gezin.
“Art.136.Als ten laste van de belastingplichtigen worden aangemerkt, mits zij deel uitmaken van hun gezin op 1 januari van het aanslagjaar en zij persoonlijk in het belastbare tijdperk geen bestaansmiddelen hebben gehad die meer dan 2.890 EUR (basisbedrag 1.800 EUR) netto bedragen:1° hun kinderen;hun ascendenten...”(10 april 1992 Wetboek Inkomstenbelastingen).
De moeder van de studerende dochter is niet de ascendent van haar werkende wettelijk samenwonende.
“Art.110.§ 1. Onder werknemer met gezinslast wordt verstaan de werknemer die:1° samenwoont met een echtgeno(o)t(e),die noch over beroepsinkomens,noch over vervangingsinkomens beschikt...Voor de toepassing van het eerste lid,1° en 2°,wordt met de echtgeno(o)t(e) gelijkgesteld de persoon die met de werknemer een feitelijk gezin vormt...2. Onder alleenwonende werknemer wordt verstaan de werknemer die alleen woont...§ 3. Onder samenwonende werknemer wordt verstaan de werknemer die noch bedoeld is in § 1, noch in § 2...”(25 NOVEMBER 1991. - Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering).
“Art.226.Wordt beschouwd als werknemer zonder persoon ten laste aan wie een hogere uitkering kan worden toegekend wegens verlies van enig inkomen, zoals bedoeld in artikel 93, zesde lid, van de gecoördineerde wet, de gerechtigde die bewijst dat hij, hetzij alleen woont, hetzij uitsluitend samenwoont met personen die geen inkomen genieten en niet beschouwd worden als personen ten laste...”(3 JULI 1996. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994).
Zodra de werkende wettelijk samenwoont , woont de moeder niet meer ALLEEN samen met personen die geen inkomen genieten en voldoet dan niet meer aan voornoemd art.226.
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/