onderhoudsuitkering art 336 BW
Geplaatst: 25 feb 2011 12:15
Hallo,
Kan iemand helpen met volgend probleem?
Een vrouw heeft een kortstondige relatie met een man. Op het moment dat hij hoort dat ze zwanger is verlaat hij haar.
De vrouw bevalt alleen en voedt haarkind alleen op. Met de man is er geen enkel contact meer. Er is ook geen enkele juridische band.
De vrouw wil nu een onderhoudsgeld bekomen van de man. Omdat de vaderlijke afstamming niet vaststaat (en ze dit zo wil houden) kan dit niet op de normale manier maar is dit volgens art 336 BW.
Deze vordering komt echter niet de vrouw toe, maar komt toe aan het kind persoonlijk.
Betekent dit dat als de vordering wordt toegekend, de vrouw niet over dit geld kan beschikken om het kind op te voeden? Dient dit dan op een geblokkeerde rekening te worden gestort voor het kind persoonlijk of kan de vrouw het geld eisen?
Tweede vraag: als het kind tijdens de procedure meerderjarig wordt, dan wordt de vordering niet meer gesteld door de moeder qualitate qua, maar is het gewoon het kind persoonlijk. Het is wel de moeder die de vordering gestart heeft, die steeds de advocaat betaald heeft en die uiteraard ook de opvoeding van het kind bekostigd heeft edm...
Als het kind dan meerderjarig is, is er dan voor de moeder een mogelijkheid om dat geld te eisen. Of komt al dat geld dan gewoon aan die zoon toe? En als die zoon dan dat geld zou krijgen tgv het vonnis, kan de moeder dan eisen dat hij dat geld aan haar afstaat? Het geld diende ten slotte voor de opvoeding, niet?
En is een afstand van deze vordering geldig? Als de zoon op het moment dat hij meerderjarig wordt een verklaring opstelt waarin hij afstand doet van de uitkering en dat deze aan zijn moeder toekomen, is dit dan geldig, of kan hij daarop terugkomen eens het vonnis zal worden uitgesproken?
Een heleboel specifieke vragen, maar ik hoop hier een antwoord te vinden.
Dank bij voorbaat,
Kan iemand helpen met volgend probleem?
Een vrouw heeft een kortstondige relatie met een man. Op het moment dat hij hoort dat ze zwanger is verlaat hij haar.
De vrouw bevalt alleen en voedt haarkind alleen op. Met de man is er geen enkel contact meer. Er is ook geen enkele juridische band.
De vrouw wil nu een onderhoudsgeld bekomen van de man. Omdat de vaderlijke afstamming niet vaststaat (en ze dit zo wil houden) kan dit niet op de normale manier maar is dit volgens art 336 BW.
Deze vordering komt echter niet de vrouw toe, maar komt toe aan het kind persoonlijk.
Betekent dit dat als de vordering wordt toegekend, de vrouw niet over dit geld kan beschikken om het kind op te voeden? Dient dit dan op een geblokkeerde rekening te worden gestort voor het kind persoonlijk of kan de vrouw het geld eisen?
Tweede vraag: als het kind tijdens de procedure meerderjarig wordt, dan wordt de vordering niet meer gesteld door de moeder qualitate qua, maar is het gewoon het kind persoonlijk. Het is wel de moeder die de vordering gestart heeft, die steeds de advocaat betaald heeft en die uiteraard ook de opvoeding van het kind bekostigd heeft edm...
Als het kind dan meerderjarig is, is er dan voor de moeder een mogelijkheid om dat geld te eisen. Of komt al dat geld dan gewoon aan die zoon toe? En als die zoon dan dat geld zou krijgen tgv het vonnis, kan de moeder dan eisen dat hij dat geld aan haar afstaat? Het geld diende ten slotte voor de opvoeding, niet?
En is een afstand van deze vordering geldig? Als de zoon op het moment dat hij meerderjarig wordt een verklaring opstelt waarin hij afstand doet van de uitkering en dat deze aan zijn moeder toekomen, is dit dan geldig, of kan hij daarop terugkomen eens het vonnis zal worden uitgesproken?
Een heleboel specifieke vragen, maar ik hoop hier een antwoord te vinden.
Dank bij voorbaat,