#3 , 18 feb 2014 21:07
Geachte,
Hier wordt toch wel het een en ander op een hoop gegooid.
Om gerechtigd te worden op een rustpensioen aan gezinstarief is in de huidige stand van de wetgeving in het stelsel der werknemers en zelfstandigen vereist dat men gehuwd is en dat de huwelijkspartner aan de betalingsvoorwaarden van het gezinspensioen voldoet, geen vervangingsinkomen, geen eigen pensioen dat hoger ligt dan het verschil tussen gezin en alleenstaande of geen activiteit die de toegelaten grenzen overschrijdt. Op hetzelfde adres gedomicilieerd zijn is geen vereiste sine qua non. Wij denken hier dan aan de feitelijke scheiding, toepassing art. 74, of de domiciliëring van één partner op het thuisadres en de andere partner in een woonzorgcentrum....
Wanneer het om personen gaat die ouder zijn dan 65 jaar, kan er sprake zijn van leefloon of onderzoek van het recht op een Inkomensgarantie voor Ouderen, ieder met raakpunten maar ook met specifieke eigen karaktertrekken.
Voor wat de Inkomensgarantie betreft, verwijs ik naar de plaatselijke pensioendienst en voor wat het leefloon betreft, naar het plaatselijk OCMW.
Voor wat het rustpensioen wettige scheiding betreft, is het inderdaad zo dat voor wat werknemers en zelfstandigen betreft, er inderdaad een pensioen wordt vastgesteld op basis van eigen loopbaan, eventueel aangevuld door een rustpensioen wettige scheiding loopbaan ex-partner beperkt tot de jaren huwelijk, zonder dat hierdoor het pensioen van de ex-partner wordt verminderd.
De gescheiden partner kan pas rechten openen op haar eigen pensioen en/of het pensioen wettige scheiding, indien zij voldoende eigen arbeidsverleden bewijst om tussen 60 en 65 jaar rechten te openen op een rustpensioen.
Voor wat overheidspensioenen betreft, kan men enkel aanspraak maken op een deel van het overheidspensioen van de ambtenaar ingevolge een uitspraak van een rechter, bvb onderhoudsgeld. Het pensioen van de ambtenaar zelf wordt immers als een vorm van uitgesteld loon beschouwd en een "loondelegatie" kan enkel ingevolge een gerechtelijke uitspraak.
Wel is het zo dat er recht kan bestaan op een overlevingspensioen ambtenaar voor de niet- of niet meer gehuwde ex-partner, indien zij aan de betalingsvoorwaarden voldoet.
Brugpensioen, het huidige stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag, bestaat o.a. uit werkloosheidsvergoedingen. Werkloosheid houdt inderdaad rekening met de gezinssamenstelling. Dit is dan ook een heel andere regeling dan een rustpensioen en dan ook helemaal niet vergelijkbaar. Niet alleen samenwonende partners, maar ook samenwoonst met inwonende werkende kinderen kan het bedrag aan werkloosheidsvergoedingen beïnvloeden.
Ik hoop dat mijn tussenkomst het een en ander meer duidelijk heeft gemaakt.
Thieu Rutten
pensioendeskundige.