#2 , 18 dec 2010 22:24
Er bestaan twee mogelijkheden. Ofwel blijft de vrederechter, die de voorlopig bewindvoerder heeft aangesteld, bevoegd voor de verdere toepassing van de beschermingsmaatregelen (art. 488bis, b) B.W.). In dat geval kan hij de beschermde persoon bezoeken buiten zijn kanton (art. 623 Ger. W.). Ofwel beslist de vrederechter om het dossier over te zenden aan de vrederechter van het kanton waar de beschermde persoon duurzaam zijn hoofdverblijfplaats heeft gevestigd. De vrederechter neemt deze beslissing hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek van de beschermde persoon, elke belanghebbende, de procureur des Konings of de voorlopig bewindvoerder (art. 488bis, d) B.W.). De beslissing moet gemotiveerd zijn. De vrederechter van het ander kanton wordt dan bevoegd. De voorlopig bewindvoerder moet van zijn beheer rekenschap geven aan de beschermde persoon en aan de verwijzende vrederechter op het moment van overzending van het dossier (art. 488bis, c) B.W.).