JuridischForum.be

De stad voorziet in een halte voor een schoolbus. Het verkeersbord E9d met 2 onderborden werd geplaatst. Op het ene onderbord is vermeld: van maandag tot en met vrijdag van 7u tot 17u. Het andere onderbord voorziet: Uitgezonderd schoolvakanties. Door de politie werd een gasovertreding vastgesteld op een zondag. De motivering luidde als volgt: het verkeersbord E9d blijft ten alle tijde van toepassing. Maw enkel een autocar (niet schoolbus) zou er buiten en tijdens de perioden die de onderborden vermelden mogen parkeren. De stad had echter de bedoeling om buiten en tijdens de aangeduide perioden het parkeren toe te laten op de autobushalte.
Noch de plaatsing van het verkeersbord, noch de inrichting van de halte voor de schoolbus maakte het voorwerp uit van een beslssing van het College van Burgemeester en Schepenen noch van een beslissing van de gemeenteraad. Er werd eveneens nagelaten om een goedgekeurde en aanvullende verkeersverordening op te stellen.
Welke argumenten kan de overtreder inroepen om deze vaststelling te weerleggen?