JuridischForum.be

Ik zou in overtreding zijn met Art. 24.al.1.7°. 1.a. “Het is verboden het voertuig [...] te laten parkeren [...] waar het duidelijk een gevaar zou kunnen betekenen voor de andere weggebruikers of waar het hen onnodig zou kunnen hinderen”. 1.b. “inzonderheid [...] op minder dan 5 meter van de verlenging van de naastbijgelegen rand van de dwarsrijbaan”.

Artikel 1.b. - hoe dient dat geinterpreteerd te worden? Mijn interpretatie is dat de zwarte wagen niet verkeerd stond. De procureur des konings vindt dat ik echter vervolgd dien te worden.

Er is een probleem met de afbeelding. Best opnieuw proberen.

Inazuma, ik vind geen duidelijke uitleg met schema's die mij een antwoord bieden op mijn geval. Weet jij er toevallig zijn?

Het door u aangehaalde artikel moet zo worden geïnterpreteerd dat als u "op minder dan 5 meter van de verlenging van de naastbijgelegen rand van de dwarsrijbaan", geacht wordt de weggebruikers in gevaar te brengen. Uw eigen interpretatie van dit gevaar is dus ondergeschikt aan de bewoording van het Wegverkeersreglement.

Concreet betekent dit dat u minstens 5 meter afstand moet bewaren van het denkbeeldige punt waar de rijbaanranden van twee dwarsstraten elkaar zouden kruisen.

Zie http://tinypic.com/r/6tkai8/8" onclick="window.open(this.href);return false; voor een schema.
De wagen stond op meer dan 6 meter van het kruispunt van de lijnen, maar niet op minder dan 5 meter van de afronding.

Dan zijn we het mekaar eens.

Daarentegen is er inderdaad rechtspraak die het kruispunt bestempelt als de ruimte tussen het verlengde van de gevels (https://books.google.be/books?id=TWfyId ... ls&f=false" onclick="window.open(this.href);return false;)

En hoe bij een woonerf ...daar is geen rijbaan dus geen rand en geen stoep?

En hoe bij een woonerf ...daar is geen rijbaan dus geen rand en geen stoep.

In een woonerf is er een algemeen parkeerverbod, behalve op aangeduide parkeerplaatsen (enige plaats waar een "P" op het wegdek enige betekenis heeft).