Pagina 1 van 1

Herziening in strafzaken, nieuw feit en nieuwe rechtspraak

Geplaatst: 01 mei 2015 13:33
door Avelivloms
Herziening in strafzaken is mogelijk, volgens artikel 443 van het Wetboek van strafvordering, "wanneer het bewijs dat de veroordeelde onschuldig is of dat een strengere strafwet is toegepast dan die welke hij werkelijk heeft overtreden, schijnt te volgen uit een feit dat zich voorgedaan heeft sedert zijn veroordeling, of uit een omstandigheid waarvan hij het bestaan niet heeft kunnen aantonen ten tijde van het geding".

Kan NIEUWE RECHTSPRAAK, van het Hof van Cassatie of van de RAAD VAN STATE, beschouwd worden als een nieuw feit of als een nieuwe omstandigheid die de herziening kunnen wettigen ?

Een vzw werd veroordeeld wegens het aanzetten tot discriminatie van vreemdelingen. In 2004. Op 24 maart 2015 stelt de Raad van State, afdeling Wetgeving, dat het geweldloos verdedigen van de invoering van de sharia niet kan gestraft worden, op grond van artikel 10 van het EVRM.

Kan de vzw, die nooit geweld heeft gebruikt om haar vreemdelingenstandpunt door te voeren, nu de herziening vragen van haar veroordeling uit 2004 ?

Re: Herziening in strafzaken, nieuw feit en nieuwe rechtspra

Geplaatst: 03 mei 2015 09:15
door j.demoor
“Art.443.Herziening van in kracht van gewijsde gegane veroordelingen kan in criminele of correctionele zaken, onverschillig welk gerecht uitspraak heeft gedaan en al is de veroordeling voorwaardelijk, aangevraagd worden op de volgende gronden :...3° Wanneer het bewijs dat de veroordeelde onschuldig is of dat een strengere strafwet is toegepast dan die welke hij werkelijk heeft overtreden, schijnt te volgen uit een feit dat zich voorgedaan heeft sedert zijn veroordeling, of uit een omstandigheid waarvan hij het bestaan niet heeft kunnen aantonen ten tijde van het geding. De aanvraag tot herziening is evenwel niet-ontvankelijk :Indien de aanvrager...Indien de uitgesproken veroordeling...”(17 november 1808 Wetboek van Strafvordering).

Zie verder :
‘LEMMENS,P.,VANDENHOLE,W.,De heropening van een strafprocedure na een veroordelend arrest van het Europees Hof voor de rechten van de mens‘,T.Strafr. 2001,49-74;
‘DECLERCQ,R.,Voor herziening vatbare beslissingen‘,[R.Cass. 2001,106-111,noot onder Cass. ARP991623F,19 januari 2000(Glineur t. Durieu)].