Art. 1675/9 Gerechtelijk Wetboek
§ 2. De aangifte van schuldvordering moet uiterlijk een maand na toezending van de beschikking van toelaatbaarheid bij de schuldbemiddelaar worden verricht, hetzij bij een ter post aangetekende brief met ontvangstbericht, hetzij bij aangifte op zijn kantoor met ontvangstbericht gedagtekend en ondertekend door de bemiddelaar of zijn gemachtigde.
Die aangifte omschrijft de aard van de schuldvordering alsmede de verantwoording ervan, het bedrag ervan in hoofdsom, interesten en kosten, de eventuele redenen van voorrang, alsook de procedures waartoe ze aanleiding kan geven.
(§ 3. Indien een schuldeiser niet binnen de in § 2, eerste lid bedoelde termijn, aangifte van schuldvordering doet, brengt de schuldbemiddelaar hem bij een ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs ervan op de hoogte dat hij over een laatste termijn van vijftien dagen beschikt, te rekenen van ontvangst van deze brief, om alsnog die aangifte te doen. Indien de aangifte niet binnen die termijn gedaan wordt, wordt de betrokken schuldeiser geacht afstand te doen van zijn schuldvordering. In dat geval verliest de schuldeiser zijn recht om zich te verhalen op de schuldenaar en de personen die voor hem een persoonlijke zekerheid hebben gesteld. Hij herwint dit recht in geval van afwijzing of herroeping van de aanzuiveringsregeling.
De tekst van dit artikel wordt afgedrukt op de brief bedoeld in het eerste lid
De brochure waarnaar verwezen werd is blijkbaar verouderd. Art. 1675/14, § 2, werd gewijzigd door de wet van 13 december 2005. De juiste tekst werd vermeld door Vandebos onder het citaat van de brochure. Een aangepaste versie van de brochure vind je op:
http://economie.fgov.be/nl/modules/publ ... ebt_fr.jsp" onclick="window.open(this.href);return false;
Zie blz. 38-39 van de brochure.