Het overlijden van uw vader vernietigt het huurcontract noch de voorwaarden niet. Art 1741BW dwingt dit af. Bij een huurcontract voor hoofdbewoning dient men dan ook art 3§5 te volgen of een onderlinge afspraak met de verhuurder bindend (lees op papier) te maken.
Als u een opzeg heeft gegeven en de verhuurder heeft aanvaard dat het pand van 01/01/2012 leegstaat zonder dat hierin wordt gesproken over het laten vallen van een schadevergoeding voor het verlaten van de woonst in het eerste jaar zal u voor de vrederechter vermoedelijk geen gelijk halen, de verhuurder heeft immers al de helft van de vergoeding die hij kan krijgen (drie maand huur in de vorm van de reguliere opzegperiode) laten vallen.
Art. 1742. BW. [...] Het huurcontract wordt niet ontbonden door de dood van de verhuurder, noch door de dood van de huurder. <W 1991-02-20/33, art. 13, § 3, Inwerkingtreding : 28-02-1991>
(Leden 2 tot 7 opgeheven) <W 04-11-1969, art. 2>
De tekst tussen klemmen in de aanhef toegevoegd bij art. II, W. 4 november 1969 (B.S., 25 november 1969).
art3 § 5. Woninghuurwet De huurder kan de huurovereenkomst op ieder tijdstip beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden.
Indien de huurder de huurovereenkomst evenwel beëindigt tijdens de eerste driejarige periode, heeft de verhuurder recht op een vergoeding. Die vergoeding is gelijk aan drie maanden, twee maanden of één maand huur naargelang de huurovereenkomst een einde neemt gedurende het eerste, het tweede of het derde jaar.
(Zolang het huurcontract niet geregistreerd is na de termijn van twee maanden bedoeld in artikel 32, 5°, van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, zijn zowel de in het eerste lid bedoelde opzeggingstermijn als de in het tweede lid bedoelde vergoeding niet van toepassing.) <W 2006-12-27/30, art. 73, 004; Inwerkingtreding : 01-07-2007>
(Wanneer de verhuurder de huurovereenkomst beëindigt overeenkomstig de §§ 2 tot 4, kan de huurder op zijn beurt de huurovereenkomst te allen tijde beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn van een maand. In dat geval is hij de vergoeding bedoeld in het vorige lid niet verschuldigd.) <W 1997-04-13/43, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 31-05-1997; zie evenwel W 1997-04-13/43, art. 15>