#4 , 23 jan 2013 19:37
Uw twee vragen zijn zeer eenvoudig te beantwoorden :
a/ aan wie verhuren : Dit blijkt uit het wetsartikel die ik in vorige post gezet heb . ( en waar u schijnt aan te twijfelen )
Een huurcontract gaat niet teniet door het overlijden van een huurder , het moet overgenomen worden door de erfgenamen ( dit behoort namelijk ook tot de erfenis ) .
De erfgenamen zijn zelfs verplicht van de huur verder te betalen , ook al hebben zij geen contract op hun naam staan .
Doch zij kunnen een opzegging geven , conform de huurwetgeving .
b/ plaatsbeschrijving : ook dit staat beschreven in de wet . ( Burgerlijk Wetboek )
Art. 1730. <W 29-12-1983, art. 4> § 1. (De partijen zijn verplicht een omstandige plaatsbeschrijving op te stellen, op tegenspraak en voor gezamenlijke rekening. Deze plaatsbeschrijving wordt opgesteld ofwel tijdens de periode dat de ruimtes onbewoond zijn, ofwel tijdens de eerste maand van bewoning. Hij wordt gevoegd bij de geschreven huurovereenkomst in de zin van artikel 1bis van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, afdeling 2 en zal eveneens onderworpen zijn aan de registratie.) <W 2007-04-25/38, art. 100, 010; Inwerkingtreding : 18-05-2007>
Bereiken de partijen geen overeenstemming, dan wijst de vrederechter, bij wie de zaak aanhangig wordt gemaakt met een verzoekschrift ingediend voor het verstrijken van de termijn van één maand of van vijftien dagen naargelang van het geval, een deskundige aan die de plaatsbeschrijving opmaakt. Het vonnis is uitvoerbaar niettegenstaande verzet en is niet vatbaar voor hoger beroep.
§ 2. Indien in de gehuurde plaatsen belangrijke wijzigingen zijn aangebracht nadat de plaatsbeschrijving is opgemaakt kan elke partij eisen dat op tegenspraak en voor gemeenschappelijke rekening een bijvoegsel bij de plaatsbeschrijving wordt opgemaakt.
Wordt geen overeenstemming bereikt, dan is de in paragraaf 1 voorgeschreven procedure van toepassing, behalve wat de termijnen betreft.
§ 3. De contractuele bepalingen welke in strijd zijn met de paragrafen 1 en 2 zijn nietig.
paragraaf 1 stelt dus dat het VERPLICHT is een plaatsbeschrijving op te maken .
In de regel gebeurt dit a/ bij intrede en b/ bij vertrek .
Met de overleden huurder was dit in beide gevallen niet gebeurd .
Wanneer een nieuwe huurder binnenkomt ( om het even of het een voortzetting van het contract is , of niet ) kan perfect een plaatsbeschrijving afgedwongen worden .
edit : dt fout - heeft wanton niet gezien ....
Wat een wet interessant maakt ,
is wat er in die wet , niet in staat .