#5 , 08 sep 2008 11:46
“Een bepaling uit het huishoudelijk reglement, waarnaar de huurovereenkomst verwijst, voorziet de beëindiging van de huurovereenkomst bij de niet-naleving van het volledig verbod enig huisdier te houden. Omdat deze bepaling strijdig is met art. 8.1 E.V.R.M. en bovendien als uitdrukkelijk ontbindend beding voor niet geschreven wordt gehouden (art. 1762bis B.W.), heeft ze geen uitwerking.”( Rb. Luik 21 oktober 1986, J.L. 1987, 578).
“De niet-naleving van het contractuele verbod in een appartement, gehuurd van een sociale huisvestingsmaatschappij,huisdieren te houden, is een onvoldoende ernstige tekortkoming aan een overigens bijkomstige contractsbepaling, om de ontbinding van de huurovereenkomst ten nadele van de huurder te rechtvaardigen. Het is in onze moderne samenleving immers gebruikelijk, en het wordt eveneens gedoogd, dat huurders van appartementen toebehorende aan sociale huisvestingsmaatschappijen, een huisdier bij zich houden, in zoverre de aanwezigheid van deze dieren aan het geheel van de gemeenschappelijke uitrusting van het appartementsgebouw en aan de andere bewoners geen schade noch burenlast veroorzaakt“(Rb.Dendermonde 20 februari 1989,R.W.1990-91,616-619.) Zie ook Rb.Luik 16 januari 1990,TBBR 1990,474.
“Art.4...§ 2...Met de instemming van de verhuurder mag hij een gedeelte van dat goed onderverhuren op voorwaarde dat het resterende gedeelte tot zijn hoofdverblijfplaats bestemd blijft...”(Woninghuurwet 20 februari 1991).
“Art.10.§ 1...De in het vorige lid vermelde waarborgen kunnen naar keuze van de huurder drie vormen aannemen : ofwel een geïndividualiseerde rekening op naam van de huurder bij een financiële instelling...§ 2. Wanneer de verhuurder in het bezit is van de waarborg en nalaat die te plaatsen op de manier bepaald in § 1, derde lid, is hij ertoe gehouden om aan de huurder rente te betalen aan de gemiddelde rentevoet van de financiële markt op het bedrag van de waarborg, vanaf het moment dat die overhandigd wordt...Vanaf de dag dat de huurder de verhuurder in gebreke stelt om te voldoen aan de verplichting hem opgelegd door § 1, derde lid, is de verschuldigde rente echter de wettelijke interesten op het bedrag van de waarborg“(Woninghuurwet 20 februari 1991).
Het verschuldigd zijn van intresten ontheft de verhuurder niet van de verplichting de waarborg op een geïndividualiseerde rekening te plaatsen en de huurder kan bij weigering toepassing maken van : ‘In de wederkerige contracten geldt de exceptio non adimpleti contractus van rechtswege.Zij laat aan ieder van de partijen toe de uitvoering van haar verbintenis op te schorten en de nakoming van haar eigen verplichtingen uit te stellen tot zolang de tegenpartij in gebreke blijft de hare te volbrengen‘(Cass. 24 april 1947,Arr.Cass. 1947,133).
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/