Huisbaas aangetekend in gebreke stellen wegens het niet vervullen van zijn bij wet vastgelegde verplichtingen. Hem vriendelijk, gelet op huidige seizoen en de nood aan huisverwarming (dus hoogdringendheid), 5 kalenderdagen na kennisname aangetekend schrijven geven om u te laten weten wanneer vervanging zal gebeuren voor de 15de januari 2011. Dat u bij gebrek aan respons binnen de gestelde termijn verplicht zal zijn om op zijn kosten middels een verzoekschrift 1344bis/ev Ger. W. bij het lokale vredegerecht een geding aan te spannen om bij vonnis tegen dwangsom de vervanging van het toestel te bekomen.
U verwittigt de verhuurder bij deze dat u, door zijn gebrek van het naleven van zijn wettelijk vastgelegde plichten, geen enkele aansprakelijkheid kan aangerekend worden voor mogelijke vervolgschade in het pand die ontstaat door het gebrek aan verwarming en gebrek aan circulatie van vloeistof in het verwarmingssysteem.
U sluit af met: "Enkel voor de goede orde wordt dit schrijven u zowel aangetekend als per gewone post verzonden."
Indien het hier gaat om een toestel dat op gas werkt, kan u daar nog vriendelijk aan toevoegen dat u zich verplicht zal zien om de woningdienst de bewoonbaarheid van het gebouw te laten onderzoeken met het oog op onveilige gastoestellen en het risico die deze vormen voor de gemeenschap...
De artikels van toepassing in kwestie:
Art. 1719. De verhuurder is, uit de aard van het contract, en zonder dat daartoe enig bijzonder beding nodig is, verplicht :
1° Het verhuurde goed aan de huurder te leveren;
2° Dat goed in zodanige staat te onderhouden dat het kan dienen tot het gebruik waartoe het verhuurd is;
3° De huurder het rustig genot daarvan te doen hebben zolang de duur duurt.
Art. 1720. De verhuurder is verplicht het goed in alle opzichten in goede staat van onderhoud te leveren.
Hij moet daaraan gedurende de huurtijd alle herstellingen doen, die nodig mochten worden, behalve de herstellingen ten laste van de huurder.
Art. 1721. Vrijwaring is verschuldigd aan de huurder voor alle gebreken van het verhuurde goed, die het gebruik daarvan verhinderen, ook al mocht de verhuurder die bij het aangaan van de huur niet hebben gekend.
Indien door die gebreken enig verlies voor de huurder ontstaat, is de verhuurder verplicht hem daarvoor schadeloos te stellen.