Art 1344bis/ev Ger verzoekschrift.
Met daarin het feit dat de garage gelegen te X middels een AS op 11/22/3333 rechtmatig en met respect voor art 1736 BW:
Art. 1736. <W 20-02-1991, art. 8> Onverminderd het bepaalde in artikel 1758, wordt de voor onbepaalde duur gesloten huurovereenkomst geacht te zijn aangegaan per maand.
De overeenkomst kan slechts worden beëindigd met inachtneming van een opzeggingstermijn van een maand.
Dat X, aan wie mondeling werd verhuurd, geen gehoor heeft gegeven aan deze opzeg of aan de ingebrekestellingen toen bleek dat deze de garage verder onrechtmatig bleef bezetten. Dat, alhoewel x een maandelijkse vergoeding blijft betalen die gelijk is aan de huur tijdens het contract, u deze bezetting niet wenst te laten uitlopen in een stilzwijgende verlenging door het toestaan van het verdere gebruik van de garage door X.
Dat u bijgevolg de vrederechter verzoekt:
- de opzeg rechtmatig en geldig te verklaren;
- de tussen partijen bestaande huurovereenkomst, betreffende de garage gelegen te (postcode, stad, straatnaam) te ontbinden ten laste van de verwerende partij en laatstgenoemde te veroordelen om het gehuurde te verlaten en ontruimen in goede staat van onderhoud en het ter volle en vrije beschikking van de eisende partij te stellen met afgifte der sleutels;
- ingeval de verwerende partij niet vrijwillig het gehuurde goed zou verlaten op voornoemde datum, de eisende partij te machtigen om de verwerende partij uit het gehuurde goed te doen uitdrijven met al wie of wat er zich in het gehuurde goed bevindt door het ambt van een daartoe aangezochte gerechtsdeurwaarder en desnoods met behulp van de openbare macht, een en ander op kosten en risico van de verwerende partij;
- betaling door de verwerende partij van een bezettingsvergoeding gelijk aan (maandelijks huurbedrag exclusief algemene kosten/30) EUR per dag dat de verwerende partij het huurgoed na ontbinding van de huur blijft bezetten zonder recht of titel;
- de verwerende partij te veroordelen tot de gerechtelijke intresten en de kosten van het geding, inclusief deze van het rolrecht en het attest van woonst;
- het vonnis uitvoerbaar te verklaren, niettegenstaande de aanwending van enig rechtsmiddel.