JuridischForum.be

Beste,

Wat zegt de wet over de kosten van het plaatsen van een nieuwe boiler omdat de andere boiler versleten is of het expansievat stuk is en niet kan vervangen worden. Ik huur een appartement en in mijn contract staat: "Indien het toestel niet meer te herstellen is, zal de huurder een nieuw toestel laten plaatsen door een erkende vakman. In dat geval zal het toestel nieuw en van een evenwaardige kwaliteit zijn. Het toestel wordt eigendom van de verhuurder". Er staat echter niets in over wie deze nieuwe boiler moet betalen. Mag mijn eigenaar deze kosten doorrekenen aan mij volgens de wet?

Neen die kosten zijn ontegensprekelijk voor de VERHUURDER.
Het lijkt zelfs op een onwettig beding.

“Art.1754.Herstellingen ten laste van de huurder, of geringe herstellingen tot onderhoud, waartoe, behoudens andersluidend beding, de huurder gehouden is, zijn die welke door het plaatselijk gebruik als zodanig beschouwd worden en, onder andere, de herstellingen :...Art.1755.Geen van de herstellingen die geacht worden herstellingen ten laste van de huurder te zijn, komt voor rekening van de huurder, wanneer alleen ouderdom of overmacht daartoe aanleiding hebben gegeven.”(Burgerlijk Wetboek).

"Indien het toestel niet meer te herstellen is, zal de huurder een nieuw toestel laten plaatsen door een erkende vakman. In dat geval zal het toestel nieuw en van een evenwaardige kwaliteit zijn. Het toestel wordt eigendom van de verhuurder".

Voornoemde art.1754 en 1755 zijn niet van dwingend recht zodat er contractueel mocht van afgeweken worden.

Voornoemde art.1754 en 1755 zijn niet van dwingend recht zodat er contractueel mocht van afgeweken worden.


Nochtans heeft het Grondwetteljk Hof het tegenovergestelde bevestigd:

http://www.elfri.be/de-herstellingen-la ... we-huurwet

“Art.2...§ 2. Met toepassing van de artikelen 1720, 1754 en 1755 van het Burgerlijk Wetboek op de huurovereenkomsten geregeld door deze afdeling, is de verhuurder verplicht tot alle herstellingen, andere dan de huurherstellingen. Deze herstellingen andere dan de huurherstellingen kunnen door de Koning worden gedefinieerd, bij een koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad. Deze bepalingen hebben een dwingend karakter en zullen uitwerking hebben voor de huurovereenkomsten die ondertekend worden na de inwerkingtreding van dit artikel.”(Woninghuurwet 20 februari 1991,bevestigd door Grondwettelijk Hof 93/2008,26 juni 2008,R.W.2008-09,790-791).

Koninklijk Besluit 8 juli 1997 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan ten minste voldaan moet zijn...”(B.S. 21 augustus 1997) is het enige besluit dat art.2,§2 Woninghuurwet 20 februari 1991 uitvoert.

‘Deze herstellingen andere dan de huurherstellingen’ zijn dus nog niet door de Koning gedefinieerd.

Het grondwettelijk Hof oordeeelde dat het onderscheid dat wordt gemaakt tussen categorieën van huurders (hoofdverblijfplaats vs andere overeenkomst) inzake huurherstellingen objectief is en proportioneel gelet op het beoogde doel (de huurders van een hoofdverblijplaats een afdoende bescherming bieden door te verhinderen dat gelijk welke herstelling ten hunnen laste zou kunnen worden gelegd).

Alleen dient te worden vastgesteld -samen met j.demoor- dat er nog geen uitvoeringsbesluit bestaat waarin deze 'andere dan de huurherstellingen' die bijgevolg automatisch ten laste van de verhuurder komen, worden gedefinieerd zodat daarover in principe kan gecontracteerd worden.

Edoch, wat staat wél in het BW:

Art. 1754. Herstellingen ten laste van de huurder, of geringe herstellingen tot onderhoud, waartoe, behoudens andersluidend beding, de huurder gehouden is, zijn die welke door het plaatselijk gebruik als zodanig beschouwd worden en, onder andere, de herstellingen :
Aan haarden, haardplaten, lijsten en mantels van schoorstenen;
Aan de bepleistering van de muren van appartementen en andere woonplaatsen, onderaan tot op een meter hoogte;
Aan vloerstenen en tegels van kamers, wanneer er slechts enkele gebroken zijn;
Aan ruiten, tenzij die gebroken zijn door hagel of andere buitengewone en door overmacht veroorzaakte voorvallen waarvoor de huurder niet aansprakelijk is;
Aan deuren, vensterramen, planken dienende tot afschutting of tot sluiting van winkels, hengsels, grendels en sloten.

Art. 1755. Geen van de herstellingen die geacht worden herstellingen ten laste van de huurder te zijn, komt voor rekening van de huurder, wanneer alleen ouderdom of overmacht daartoe aanleiding hebben gegeven.

M.i. kan in art. 1754 de zinsnede het 'behoudens andersluidend beding de huurder gehouden is' enkel geïnterpreteerd worden als een beding dat, indien voorzien, bevrijdend werkt t.o.v. de huurder en een last bij de verhuurder legt. Maw art. 1754 somt (ongeveer, cf plaatselijke gebruiken) limitatief de mogelijke huurherstellingen op.

Indien de vervanging van een boiler daar niet onder valt dan kan m.i. de last daarvan niet contractueel bij de huurder gelegd worden.