nieuw contract na indexering of reeds na verval termijn

[Gebruiker36]

We hebben een appartement verhuurd vanaf 15 mei 2017 (contract van een jaar). Vanaf 15 mei 2018 zullen we de index toepassen en dus een nieuw contract voorleggen voor een periode van 2 jaar. (korte termijn contract is max 3 jaar). Kunnen we nu stilzwijgend gewoon verder verhuren tot 15 mei 2018 en dan een nieuw contract voorleggen of moeten we nu reeds een nieuw contract voorleggen (3 maanden voor einde huidig contract) en dan op 15 mei (na indexering) weer een contract opmaken en telkens alles laten registreren, Dit lijkt ons nogal veel administratie dus ons voorstel is om gewoon verder te verhuren tot 15 mei 2018 en dan eenmalig nieuw contract voorleggen. Is dit voldoende?

[Blaatpraat]

Beide opties zijn er: een verlenging hoeft niet op een bepaalde datum in orde gebracht te worden (wel voor het einde van de verhuurperiode, logischerwijs).
Echter zou ik je aanraden om het toch 4 maanden (geen 3) op voorhand te doen (met andere woorden: NU).
Moest de huurder niet akkoord gaan, heb je nog steeds de termijn van 3 maanden op voorhand om de niet-verlenging te geven aan deze.

Ik zie niet in waarom je, als je nu een verlenging geeft, je op 15 mei nog iets zou moeten doen.
Een verlenging is trouwens geen nieuw contract, je kunt het zien als een addendum bij een huidig contract.
Een nieuw contract is nietig.

Voor een indexatie hoef je niets op te stellen, enkel aangetekend aan de huurder laten weten dat de huur geïndexeerd wordt, en dat je vanaf dat moment iets meer of iets minder huur vraagt.

[Gebruiker36]

Zijn er standaardformulieren voor zo een verlenging van het contract? Wij zijn administratief niet zo sterk onderlegd

[j.demoor]

“Art.3...§ 6.In afwijking van § 1 kan de huurovereenkomst schriftelijk worden gesloten voor een duur die korter is dan of gelijk aan drie jaar. Die huurovereenkomst is niet onderworpen aan de bepalingen van de §§ 2 tot 5. Zij kan slechts eenmaal, enkel schriftelijk en onder dezelfde voorwaarden, worden verlengd zonder dat de totale duur van de huur langer dan drie jaar mag zijn. Zij wordt beëindigd mits een van de partijen ten minste drie maanden voor het verstrijken van de in de overeenkomst bepaalde duur een opzegging betekent. Niettegenstaande enig andersluidend beding of andersluidende overeenkomst, wordt bij ontstentenis van een tijdig betekende opzegging of indien de huurder het goed blijft bewonen zonder verzet van de verhuurder, zelfs in de veronderstelling dat een nieuwe huurovereenkomst wordt gesloten tussen dezelfde partijen, de huurovereenkomst geacht te zijn aangegaan voor een duur van negen jaar te rekenen van de datum waarop de aanvankelijke huurovereenkomst van korte duur in werking is getreden en is zij derhalve onderworpen aan de §§ 1 tot 5. In dat geval blijven de huurprijs en de andere voorwaarden dezelfde als die welke bepaald waren in de aanvankelijk gesloten huurovereenkomst van korte duur, zulks onverminderd de toepassing van de artikelen 6 en 7.”(Woninghuurwet 20 februari 1991)

“Art.6.Indexatie. Indien zulks niet uitdrukkelijk is uitgesloten en op voorwaarde dat de huurovereenkomst bij geschrift is gesloten, is de aanpassing van de huurprijs aan de kosten van levensonderhoud eenmaal per huurjaar, verschuldigd op de verjaardag van de inwerkingtreding van de huurovereenkomst, volgens de regels bepaald bij artikel 1728bis van het Burgerlijk Wetboek. Deze aanpassing vindt slechts plaats op schriftelijk verzoek van de belanghebbende partij en werkt slechts terug tot drie maanden voorafgaand aan die van het verzoek.”(Woninghuurwet 20 februari 1991).