JuridischForum.be

Beste allen,

Ik zit verveeld met een lastig probleem en lastige buren.

Deze buren konden niet verdragen dat wij onze wagens parkeerden naast onze woning.

Wij vertrokken enkele weken terug op reis, na terugkomst zien wij een beton platen muurtje van 30cm hoog staan die op onze eigendom loopt en op de perceelsgrens (heb eigendom vorig jaar laten opmeten door landmeter)

Ik ben hiervoor gaan aanbellen en heb dit gemeld dat ze verkeerd staat.
Nu gisteren komt ze buiten en weet ze me te zeggen dat ze weigert de belachelijke omheining weg te doen en schold ze me de huid vol!

Deze verhindert onze inrit en is zeer gevaarlijk snachts door de lage hoogte.

Mag ik het gedeelte op mijn eigendom en perceelsgrens afbreken
Heb geen zin in elle lange procedures via vrederechter enz, die moet zo snel mogelijk weg! bewijzen zijn er met landmetersplan!!

Alvast bedankt!

Alsook hebben wij geen enkele toestemming gegeven om een afsluiting te plaatsen OP de scheidingslijn, dus dient zij naast de perceelsgrens te staan

Laten constateren dat er op uw terrein is gebouwd zonder uw schriftelijke toestemming. Idem voor het muurtje op de gemeenschappelijke lijn. Informeer u bij de gemeente.

Wil je echt zeker spelen? dan zal je met een dergelijk dispuut toch op het vredegerecht belanden.
Daar kan je dan ook verzoeken om een herstellen in de oorspronkelijke staat tegen dwangsom.

Een muurtje plaatsen op andermans perceel of op de perceelgrens vereist wederzijds akkoord.

‘heb eigendom vorig jaar laten opmeten door landmeter‘ is niet tegenwerpelijk aan derden,waaronder uw buurman.

“Art.646.Ieder eigenaar kan zijn nabuur verplichten tot het afpalen van hun aan elkaar grenzende eigendommen. De afpaling geschiedt op gemene kosten.”(Burgerlijk Wetboek).

“Art.38.De in het Burgerlijk Wetboek bedoelde afpaling wordt op het terrein aangegeven op de wijze en met behulp van de uiterlijke tekens, tussen de betrokken partijen overeengekomen, en moet bovendien blijken uit een proces-verbaal en een plan, die in twee genummerde exemplaren door partijen ondertekend worden en in hun bezit blijven om hun tot titel te dienen.”(Veldwetboek 7 oktober 1886)