JuridischForum.be

De gemeente verplicht ons aan te sluiten op het gescheiden rioleringsstelsel. Wij zitten met een 14-tal gezinnen ca. 60 mtr verwijderd van de openbare weg.
De weg naar onze huizen en de binnenkoer is privé.
Deze weg/koer is verdeeld over de mensen met een stelsel van 1/10. Er bestaat geen akte of overeenkomst of wat dan ook tussen de verschillende eigenaars over de rechten/plichten.
Binnen onze koer is ook nog een appartementsblok (6 gezinnen) die samen slecht 1/10 van de eigendom van de weg/koer hebben.

De kosten voor aanleg van de buizen (+ een pomp die nodig is) naar de aansluiting aan de openbare weg (er is slechts 1 aansluitpunt) zijn uiteraard redelijk hoog.

Onderling is er nu de discussie hoe deze kosten te verdelen.
1. volgens de 1/10des die men bezit (via kadaster) , wat zou inhouden dat mensen in appartementsblok slechts 1/10 gedeeld door 6 zouden betalen
2. volgens aantal gezinnen een gelijke verdeling ?


Indien we zouden werken volgens punt 1, hebben de eigenaars en niet-appartementsbewoners al verklaard dat ze wel zullen betalen maar dat ze dan ook hun rechten opeisen en er ook werkelijk maar 1/10 plaats op de koer zal zijn voor de 6 "appartementsgezinnen"

Bestaan er voor zulke situaties wettelijke richtlijnen ?

Het is de basisakte of de notariele akte die van tel is, en niets anders. Indien per gezing gerekend, komen er later diskuties ivm het aantal personen per gezin enz.
De koer bvb gaan onderverdelen met geschilderde lijnen om aan te duiden wie waar mag komen is geen goede oplossing.

Er is één eigenaar (of groep van eigenaars in onverdeelde eigendom) voor elk van de 10 kavels afzonderlijk. Omdat het kavel bebouwd is (of zal worden) werd een verbinding met de hoofdriool opgelegd via de stedebouwkundige vergunning. Hoe het kavel verder is bebouwd is van geen belang voor de riolering: steeds 1 verbinding met de hoofdriool en 10 aftakkingen naar de 10 terreinkavels.

Art. 577-2 BW over de gewone mede-eigendom is integraal van toepassing, als het gaat om een gewone mede-eiegendom.

Vermoedelijk is de weg en de binnenkoer in gedwongen mede-eigendom, zonder dat de bepalingen van Art. 577-3 tot 577-14 BW van toepassing zijn (Lees Art. 577-3 BW). Om zeker te zijn lees de aankoopakte, de stedenbouwkundige vergunning en de eventuele verkavelingsvergunning.

Raadpleeg je architect.