JuridischForum.be

Een VME Domein, waarop gelegen zijn 7 deel-VME's. De syndcus gebruikt een bankrekening op naam van een groep van drie deelverenigingen, en gebruikt ook deze bankrekening voor de VME Domein, die nochtans de Hoofdvereniging is.

De andere vier deelverenigingen hebben elk een aparte bankrekening, en de syndicus van deze deel-VME's betalen het aandeel van hun VME in de kosten eigen aan het DOMEIN , globaal aan de hogergenoemde bankrekening ( VME groep van deel-VME en Domein )


Volgens mij is dat een miskenning van de autonomie van de deelverenigingen, en bovendien belast het die groep van deelverenigingen met de boekhouding van de hoofdvereniging DOMEIN.


wat is juist ? wie is fout ?

Van wanneer dateren die deelverenigingen?

De wet van 1994 heeft impliciet het bestaan van een bijkomende onderverdeling tussen de hoofdVME en de deelVME afgeschaft. De wet van 02.06.20100 heeft dat bevestigd.

Het DOMEIN is de hoofdVME. De AV van deze VME dient het juridisch statuut van de deelVME te bepalen.

vraag van float :Van wanneer dateren die deelverenigingen?

Zes van de zeven waren al opgericht met het invoege treden van de wet van 1994 ( gezien ze virtueel bestonden gelet op de basisakte van de hoofdvereniging 1970), de 7e werd slechts opgericht na de wet van 1994, precies 1 maand voor die wet werd opgeschort door her hof van cassatie 2003

mvg

Voor zover de hoofdvereniging sinds de wet van 2 juni 2010 geen beslissing heeft genomen dat zij verder wens te gaan met deelverenigingen dan bestaan die verenigingen niet sinds het cassatiearrest van juni 2004. M.a.w. er is slechts 1 vereniging en slechts 1 vermogen. Het feit dat er verschillende bankrekeningen zijn doet daaraan geen afbreuk.

Het Hof van Cassatie heeft de wet niet opgeschort, het Hof heeft enkel gezegd dat deelverenigingen niet kunnen in het wettelijk raam van de wet van 1994 doordat er slechts 1 vereniging met rechtspersoonlijkheid kan zijn. Sinds de wet van 2 juni 2010 bestaat die mogelijkheid wel, maar zal in jullie geval hoogstwaarschijnlijk nieuwe statuten moeten opgesteld worden aangezien je waarschijnlijk beschikt over 1 splitsingsakte terwijl er in jullie geval 8 zouden moeten zijn als jullie verder willen met de deelverenigingen.

In deze context wijs ik op het belang van het 2de lid van Art.577-14 die de facto beslissingen van dit type genomen voor 2010 of niet met terugwerkende kracht van rechtswege vernietigt.