Rond 1995 bouwde ik een eengezinswoning, ik woonde er samen met mijn dochter. Deze had op de bovenverdieping haar eigen kamer, badkamer met wc, keuken etc.........(zij was dus gedomicil. bij mij). Nadien is zij moeten verhuizen omdat mijn vader er na een zware operatie moest verzorgd worden (had er zijn domicilie niet). Sinds 2007 verhuur ik diezelfde bovenverdieping, de huurders werden opgenomen in mijn gezin. De laatste huurder was een psychiatrische patiënte die mij heel erg de duvel aangedaan heeft en als stank voor dank heeft zij de inspectie RWO verwittigd van een "bouwmisdrijf". Ik heb dus nooit één vierkante meter bijgebouwd of een andere bestemming aan de kamers gegeven. Toch krijg ik nu een inspectie betreft "bouwmisdrijf" met als onderwerp "uitbreiding eengezinswoning zonder vergunning"
Welk bouwmisdrijf heb ik gepleegd? Op dit forum lees ik steevast als antwoord: " Art. 4.2.1. Niemand mag zonder voorafgaande stedenbouwkundige vergunning:
7° een woning opsplitsen of in een gebouw het aantal woongelegenheden die hoofdzakelijk bestemd zijn voor de huisvesting van een gezin of een alleenstaande wijzigen, ongeacht of het gaat om een eengezinswoning, een etagewoning, een flatgebouw, een studio of een al dan niet gemeubileerde kamer; [/quote]"
Ik heb nooit iets gewijzigd, zowel mijn dochter als de huurders stonden ingeschreven in mijn gezin. Voor ik wou verhuren heb ik aan de gemeente gevraagd of ik een bestemmingswijziging moest indienen. Daar kreeg ik als antwoord "neen want die krijg je toch niet". Op mijn vraag wat ik dan moest doen werd geantwoord : schrijf de huurder gewoon in in je gezin en je bent met alles in orde Het kan niet anders, deze vorm van samenhuizen heeft nog geen wettelijke bepalingen.
Nu heb ik dus twee vragen, heeft de gemeente mij slecht geïnformeerd en wat kan ik daar tegen doen.
Ten tweede, de wet op bouwmisdrijven zou na vijf jaren verjaren, is er in mijn geval sprake van verjaring ???