Ik werd bij aangetekend schrijven in kennis gesteld dat de gemeente een bouwaanvraag indiende bij de gewestelijk stedebouwkundige ambtenaar om riolering en wegverharding aan te leggen op mijn grondstuk in privé medeeigendom en palende vooraan aan de openbare weg.
In deze bouwaanvraag staat dat de werkzaamheden gebeuren op openbaar domein dus de gemeente zou eigenaar zijn van de strook waarop de werken betrekking hebben.
De grond van 10 are werd omstreeks 1950 aangekocht met het beding van erfdienstbaarheid zijnde 1,5m breed met recht van doorgang voor de achtergelegen eigenaars, deze strook grond is ongeveer 100m lang (1,5are) , de naastgelegen eigenaar moet ook 1,5m erfdienstbaarheid verlenen, dus deze doorgang is 3m breed vanaf de voorliggende openbare weg tot de achtergelegen eigenaars.
De gemeentelijke plannen betreffen wegenis en rioleringswerken op deze plaats maar met een breedte van 4m.
In het verleden werden de betrokken eigenaars verzocht om deze gronden gratis af te staan!
Hieraan gaf ik echter geen gevolg, omwille van het feit dat alleen de achterliggende eigenaars er voordeel uit halen en zij zelf niet geimpacteerd werden door enige bijdrage noch in grond, noch financieel !
Bezwaren tegen deze aanvraag moeten bezorgd worden aan de gemeente binnen een periode van 30 dagen.
Bij het openbaar onderzoek betreffende de vaststelling van de rooilijnen diende ik al bezwaar in doch hierop ontving ik geen enkele reactie van de gemeente.
Mijn vragen:
- Welke argumenten kan ik aanhalen in een bezwaarschrift ?
- Mag de gemeente zomaar beginnen aan de werken zonder eigenaar te zijn van de grond ?
- Welke is de procedure mbt vaststelling van rooilijnen en uitvoering van werken voor openbaar nut ?
- Is het normaal dat de gemeente hier aanvrager is en tevens de bezwaarschriften in behandeling neemt ?
- ...
Dank bij voorbaat.