#2 , 08 jul 2015 11:02
“Art.6. Aan de wetten die de openbare orde en de goede zeden betreffen,kan door bijzondere overeenkomsten geen afbreuk worden gedaan“(Burgerlijk Wetboek).
‘Een wet van openbare orde raakt de essentiële belangen van de staat of de collectiviteit,of bepaalt in het privaatrecht de fundamentele juridische gronden,waarop de economische of morele orde van een bepaalde maatschappij gebaseerd is‘(Cass. 9 december 1948,Pas. 1948,I,699,R.C.J.B. 1954,252,noot DE HARVEN,M.)
‘De wetgeving die de wezenlijke belangen van de Staat of van de gemeenschap betreft of die,in het privaatrecht,de juridische grondslagen vastlegt waarop de economische of morele orde berust,is van openbare orde‘[Cass. AR9669,10 maart 1994(Cobefin t. Aurore),onuitg.,geciteerd door TRD&I 1994,517; GLANSDORFF,F.,Rechterlijke macht en openbare orde(noot onder Cass. 10 maart 1994),T.B.H. 1995,20-27]
‘Alleen de wetgeving die de wezenlijke belangen van de Staat of de Gemeenschap of het Gewest betreft of die,in het privaat recht,de juridische grondslagen vastlegt waarop de economische of morele orde van de samenleving berust,is van openbare orde‘[Cass. 19 maart 2007(W./C.),R.W.2007-08,533,Noot]
‘De berusting in een beslissing die gegrond is op een bepaling van openbare orde,is nietig‘[Cass. 12 april 2007(Brussels Hoofdstedelijk Gewest/B.),R.W.2010-11,569].
‘Is een wetsbepaling gebiedend,doch enkel bestemd om private belangen te beschermen(=niet van openbare orde),dan mag de beschermde er van afzien de nietigheid van de door hem aangegane verbintenis te doen gelden door ze vrijwillig uit te voeren,mits dit afzien niet voorafgaat aan de uitvoering der verbintenis‘(Cass. 6 december 1956,R.C.J.B. 1960,156,noot BAETEMAN, Arr.Verbr. 1957,240,Pas. 1957,I,364-365)
‘Een dwingende wetsbepaling verhindert dat van een recht dat uit die bepaling voortvloeit,van tevoren rechtsgeldig afgeweken wordt,maar maakt slechts aanvullend recht uit zodra ze opgehouden heeft dwingend te zijn ten behoeve van de begunstigde‘(Cass. 16 november 1990,R.W. 1990-91,1090-1091,noot,Act.dr. 1991,202,noot MOREAU-MARGREVE,I.)
“Art.577-4...De basisakte bevat de beschrijving van het onroerend geheel en van de privatieve en gemeenschappelijke delen, alsook...Art.577-8...§ 4. Ongeacht de bevoegdheid die hem door het reglement van medeëigendom wordt toegekend, heeft de syndicus tot opdracht :...6° de vereniging van medeëigenaars, zowel in rechte als voor het beheer van de gemeenschappelijke zaken, te vertegenwoordigen...”(Burgerlijk Wetboek).
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/