Wet betreffende de minnelijke invordering van schulden van de consument van 20/12/02 is van toepassing.
Art. 5. Het is verboden aan de consument enige vergoeding te vragen, anders dan de overeengekomen bedragen in de onderliggende overeenkomst in geval van niet-naleving van de contractuele verbintenissen.
Indien niets overeengekomen (via offerte, contract, of AV) kan hij u geen bijkomende kost vragen.
Voor AV geldt dat u deze expliciet moet goedkeuren, het is niet voldoende dat deze tekst op de achterkant staat van de offerte of contract. Lees dus uw offerte en/of contract goed na, of u akkoord gaat met de AV.
Art. 6.§ 1. Elke minnelijke invordering van een schuld dient te starten met een schriftelijke ingebrekestelling gericht aan de consument.
Deze ingebrekestelling dient op een volledige en ondubbelzinnige wijze alle gegevens omtrent de schuldvordering te omvatten. Zij dient minstens de gegevens, opgesomd in § 2, te bevatten, en er kan maar tot andere invorderingstechnieken worden overgegaan na afloop van de in § 3 vastgestelde termijn.
§ 2. In deze ingebrekestelling komen minstens de volgende gegevens voor :
1° de identiteit, het adres, het telefoonnummer en de hoedanigheid van de oorspronkelijke schuldeiser;
(NOTA : in het 1° worden tussen de woorden " de identiteit, " en de woorden " het adres, " de woorden " het ondernemingsnummer, " ingevoegd <KB 2003-04-04/39, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2005>)
2° de naam of benaming, het adres, het inschrijvingsnummer in het handelsregister en het BTW-identificatienummer, alsmede het inschrijvingsnummer bij het Ministerie van Economische Zaken van de persoon die tot de minnelijke invordering overgaat;
(NOTA : het 2° wordt vervangen als volgt :
" 2° de naam of de benaming, het adres en, desgevallend, het ondernemingsnummer van de persoon die tot minnelijke invordering overgaat evenals de gegevens van het bevoegd toezichthoudend bestuur bij de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand & Energie; " <KB 2003-04-04/39, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2005>)
3° een duidelijke beschrijving van de verplichting die de schuld heeft doen ontstaan;
4° een duidelijke beschrijving en verantwoording van de bedragen die van de schuldenaar geëist worden, met inbegrip van de geëiste schadevergoedingen en nalatigheidsinteresten;
5° de vermelding dat, bij afwezigheid van reactie van de schuldenaar binnen de in § 3 gestelde termijn, de schuldenaar tot andere maatregelen tot invordering kan overgaan.
[1 6° ingeval de invordering gebeurt door een advocaat, een ministerieel ambtenaar of een gerechtelijke mandataris wordt volgende tekst in een afzonderlijke alinea toegevoegd, in het vet gedrukt en in een ander lettertype :
Deze brief betreft een minnelijke invordering en geen gerechtelijke invordering (dagvaarding voor de rechtbank of beslag).]
§ 3. De ingebrekestelling vermeldt een termijn waarbinnen de schuldenaar aan de vordering kan voldoen zonder dat er bijkomende maatregelen ter invordering mogen worden genomen. Deze termijn bedraagt ten minste vijftien dagen, en vangt aan op de datum waarop de schriftelijke aanmaning wordt opgestuurd.
Lees de ontvangen brief na, en kijk of hij voldoet aan bovenstaande voorwaarden (vooral deze in §2).