#10 , 03 jun 2014 21:43
De wagen is eigendom van een bvba dat is een rechtspersoon.
Een rechtspersoon heeft geen familie.
Edoch ze mocht er gebruik van maken - had blijkbaar zelfs de sleutel.
Mogelijk één. Wagen met tweede sleutel gewoon weghalen van openbare weg als u die ergens aantreft.
Mogelijkheid twee de BVBA met een aangetekend schrijven en een gewone brief betrokkene in gebreke stellen en stellen dat ze het eigendom van de bvba binnen de X dagen na ontvangst brief dient terug te bezorgen. Indien niet dat de bvba de nodige gerechtelijke stappen zal nemen en klacht wegens misbruik vertrouwen zal indienen. artikel 491 - 492bis van het Strafwetboek
(Sw.)
PS best een advocaat raadplegen om het correct te laten formuleren - gelet op oa opmerkingen van denlowie.
Gezien dit een strafbar feit is is na die periode de politie inderdaad bevoegd om op te treden.
AFDELING II. - MISBRUIK VAN VERTROUWEN.
Art. 491. Hij die ten nadele van een ander goederen, gelden, koopwaren, biljetten, kwijtingen, geschriften van om het even welke aard, die een verbintenis of een schuldbevrijding inhouden of teweegbrengen en die hem overhandigd zijn onder verplichting om ze terug te geven of ze voor een bepaald doel te gebruiken of aan te wenden, bedrieglijk verduistert of verspilt, wordt gestraft met gevangenisstraf van een maand tot vijf jaar en met geldboete van zesentwintig [euro] tot vijfhonderd [euro]. <W 2000-06-26/42, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01-2002>
De schuldige kan bovendien worden veroordeeld tot ontzetting van rechten overeenkomstig artikel 33.
Art. 492. De bepaling van artikel 462 is toepasselijk op het misdrijf in het vorige artikel omschreven.
Art. 492bis. <ingevoegd bij W 1997-08-08/80, art. 142, Inwerkingtreding : 01-01-1998> Met gevangenisstraf van een maand tot vijf jaar en met geldboete van honderd [euro] tot vijfhonderdduizend [euro] worden gestraft de bestuurders, in feite of in rechte, van burgerlijke en handelsvennootschappen, alsook van verenigingen zonder winstoogmerk, die met bedrieglijk opzet en voor persoonlijke rechtstreekse of indirecte doeleinden gebruik hebben gemaakt van de goederen of van het krediet van de rechtspersoon, hoewel zij wisten dat zulks op betekenisvolle wijze in het nadeel was van de vermogensbelangen van de rechtspersoon en van die van zijn schuldeisers of vennoten. <W 2000-06-26/42, art. 2, Inwerkingtreding : 01-01-2002>
De schuldigen kunnen daarenboven veroordeeld worden tot ontzetting van hun rechten overeenkomstig artikel 33.