voorrang van rechtsmacht

scorpioen
Berichten: 9383
Juridisch actief: Nee

Re: voorrang van rechtsmacht

#16 , 05 okt 2010 12:08

Je kan zelf de strafvordering niet op gang brengen. Je kan enkel bij de procureur des Konings of de procureur generaal bij het hof van beroep, of de plaatselijke politie klacht neerleggen. Hierdoor wordt de strafvordering niet op gang gebracht. Het komt daarna aan de procureur generaal bij het hof van beroep toe te beslissen wat er verder met de klacht moet gebeuren.

Winston
Juridisch actief: Ja
Regio: België

Een juridische oplossing. Voor elk probleem, voor iedereen!

Benieuwd naar jouw juridische opties? Winston begeleidt jou aan de geschikte oplossing. Klik hier om jouw situatie te beschrijven en we nemen binnen de 24 uur met jou contact op voor persoonlijke begeleiding
gebruiker
Topic Starter
Berichten: 713
Locatie: Aalst

#17 , 06 okt 2010 13:42

De raadkamer kan de zaak niet doorverwijzen naar een andere rechtinstantie (de kamer van inbeschuldigingstelling ?), want er is geen zaak. De strafvordering is onontvankelijk.
Deze materie is (nog) niet totaal afgehandeld. Er blijven nog een paar elementen over tengevolge van de onontvankelijkheid van de strafvordering.

Allereerst werden er ten gevolge van de klacht met burgerlijke partijstelling voor een onderzoeksrechter een paar 100 euro betaald. Nu blijkt dat de ganse zaak nooit via een burgerlijke partijstelling had mogen verlopen stelt zich de vraag of dit bedrag betaald voor de burgerlijke partijstelling in feite verschuldigd is en of dit dan niet kan teruggevorderd worden en op welke wijze?

Een laatste vraag is het gevolg van de onontvankelijkheid van de strafvordering. Zorgt dit voor een formele nietigheid van de vordering van de raadkamer? Of dient deze nietigheid uitgesproken te worden door een rechtbank en via welke procedure? Via een beroepsprocedure? En als dit via een beroepsprocedure kan verlopen bestaat dan de mogelijkheid dat de burgerlijke partij een schadevordering instelt omdat er een benadeling was?


In de beschikking van de raadkamer wordt de burgerlijke partij veroordeelt tot het betalen van een rechtsplegingsvergoeding van twee x 1.200,00 euro aan de inverdenkingsgestelden. Vooruitlopend op een mogelijk antwoord aangaande de omstandigheid van de mogelijke nietigheid van de beschikking door de raadkamer, hoe kan de burgerlijke partij vermijden toch aangesproken te worden voor deze rechtsplegingsvergoedingen?

Gelet op de onontvankelijkheid van de strafvordering kan er alleen maar vastgesteld worden dat de zitting van de raadkamer voorgezeten werd door een alleenzetelend rechter, aangeduid door de eerste voorzitter van het Hof van Beroep en dus niet de normale rechter was.

Er kan alleen maar vastgesteld worden dat je in België als burger een serieuze discriminatie ondergaat daar een 'klacht' bij de Hoge Raad voor Justitie je als slachtoffer totaal niets oplevert:

http://www.csj.be/nl/index.htm" onclick="window.open(this.href);return false;
Wat gebeurt er als uw klacht gegrond is ? ?

Is de klacht gegrond, dan zal de Raad een oplossing voorstellen aan de bevoegde overheden en eventueel een aanbeveling formuleren om de werking van de justitie te verbeteren.
Een klacht op welke wijze ook waarbij een (plaatsvervangend) rechter betrokken is die geeft geen enkele zekerheid dat die behandeld wordt zoals klachten over feiten gepleegd door burgers. Er bestaat zelfs geen mogelijkheid om te zorgen dat alle onderzoeksdaden gesteld zouden worden, noch andere mogelijkheden die 'normaal' bestaan in een strafklacht jegens een niet-magistraat.

Zorgt dit niet op zichzelf voor de schending van de rechten van een betrokken burger, schadelijder of niet?
Al wat nodig is om het kwaad te laten triomferen, is dat goede mensen niets doen (Edmund Burke)

scorpioen
Berichten: 9383
Juridisch actief: Nee

#18 , 06 okt 2010 14:30

Artikel 479 van het Wetboek van Strafvordering schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet, in zoverre het aan de procureur-generaal bij het hof van beroep de beslissing voorbehoudt om al dan niet de magistraten te vervolgen wegens misdrijven die zij zouden kunnen hebben gepleegd en in zoverre het tot gevolg heeft dat de partij die zich benadeeld acht, niet wordt toegestaan de strafvordering op gang te brengen door zich burgerlijke partij te stellen of door rechtstreekse dagvaarding, of een beroep in te stellen tegen de beslissing om niet te vervolgen.
Het bedrag dat men bij de burgerlijke partijstelling betaalt is een voorschot op de gerechtskosten. Na aftrek van de gerechtskosten krijgt u dit bedrag normaal gezien terug.

Met de beslissing van de raadkamer is de zaak normaal gesproken gedaan. Behoudens hoger beroep (waarvan ik de zin niet inzie, tenzij u naar cassatie en daarna naar het Hof Mensenrechten in Straatsburg wil), zie ik niet in hoe u kan ontsnappen aan de veroordeling tot betaling van de rechtsplegingsvergoeding.

Reclame

gebruiker
Topic Starter
Berichten: 713
Locatie: Aalst

#19 , 06 okt 2010 14:39

Het bedrag dat men bij de burgerlijke partijstelling betaalt is een voorschot op de gerechtskosten. Na aftrek van de gerechtskosten krijgt u dit bedrag normaal gezien terug.

Met de beslissing van de raadkamer is de zaak normaal gesproken gedaan. Behoudens hoger beroep (waarvan ik de zin niet inzie, tenzij u naar cassatie en daarna naar het Hof Mensenrechten in Straatsburg wil), zie ik niet in hoe u kan ontsnappen aan de veroordeling tot betaling van de rechtsplegingsvergoeding.
Ondanks de onontvankelijkheid van de strafvordering blijft het verschuldigd zijn van de rechtsplegingsvergoeding bestaan?

Er werd beroep aangetekend door de burgerlijke partij. Creëert de omstandigheid van de onontvankelijkheid van de strafvordering dan geen mogelijkheid tot schadevordering voor de burgerlijke partij in de beroepsprocedure (nu blijkt dat een onregelmatige procedure door de rechtbank er toch blijft voor zorgen dat de burgerlijke partij deze rechtsplegingsvergoeding dient te betalen)?

De burgerlijke partij werd veroordeeld in de beschikking van de raadkamer tot de kosten, doch er werd vastgesteld dat deze 0.00 euro bedragen. Dus mag er van uitgegaan worden dat het integrale voorschot terugbetaald dient te worden? Wat als dit niet gebeurde? Hoe kan dit teruggevorderd worden?

En even doordenkend aan de piste die u zelf aangeeft. Gelet er een procedure gevolgd werd door de rechtbank die wettelijk niet kon, kan de burgerlijke partij de schade die ze liep door het feit dat diegenen tegen wie er klacht werd ingediend de dans ontspringen (al of niet om de advocaat de dans te laten ontspringen) hun totale vordering (=schade door de handelingen van betrokkenen) ten laste leggen van de Belgische Staat?

De vraag inzake de mogelijkheid om tot een schadevordering te komen lijkt mij belangrijk omdat in het door u aangehaalde arrest nr 112/98 vermeld wordt dat de burgerlijke partij niet het recht ontnomen wordt om voor de strafgerechten het herstel te vorderen van haar schade.
Uit dit arrest 112/98: Enkel indien de feiten niet zijn bewezen of niet aan de betrokken magistraat kunnen worden toegeschreven, kan de procureur-generaal beslissen de klacht te seponeren.
Maw gelet de aangeklaagde handelingen ten volle bevestigd worden door de opgemaakte analyse vanwege de verbalisant had de zaak zowiezo moeten voor het Hof van Beroep gebracht worden.
Al wat nodig is om het kwaad te laten triomferen, is dat goede mensen niets doen (Edmund Burke)

scorpioen
Berichten: 9383
Juridisch actief: Nee

#20 , 06 okt 2010 16:29

Als hoger beroep werd aangetekend tegen de beslissing van de raadkamer moet de rechtsplegingsvergoeding voorlopig niet betaald worden en moet de beslissing van de kamer van inbeschuldigingstelling worden afgewacht. Terugbetaling van de gerechtskosten zal maar gebeuren, denk ik, nadat de zaak definitief gedaan is, dus na de beslissing van de kamer van inbeschuldigingstelling.

Uw vordering tot schadevergoeding begrijp ik niet. Als u schade geleden hebt moet u die vorderen van de partij die u die schade heeft toegebracht, blijkbaar de advocaat, plaatsvervangend magistraat, echtgenoot van een rechter. U kan de strafvordering niet op gang brengen. U kan wel klacht neerleggen bij de procureur generaal. U kan ook dagvaarden voor de burgerlijke rechter.

gebruiker
Topic Starter
Berichten: 713
Locatie: Aalst

#21 , 26 dec 2010 18:40

Blijkbaar ontbrak een belangrijk element.

Als er kan bewezen worden dat er elementen bestaan waar geen rekening mee gehouden werd tijdens de zitting van de Raadkamer dan zorgt dit voor nieuwe elementen waarbij een beroep tegen de uitspraak van de raadkamer van niet-verwijzing alsnog in beroep voor een heropening van het onderzoek kan zorgen?

Een stuk dat de klacht bewijst, zonder twijfel, is verdwenen uit het betrokken dossier (omdat ze het bewijs leveren van de overtredingen begaan door de betrokken plaatsvervangend magistraat) en was dus niet gekend/zat niet in het dossier toen de zaak voor de raadkamer gebracht werd (omdat het betrokken stuk wél vermeld wordt in een PV van verhoor als 'inbeslaggenomen', doch nergens is van een verdere verwerking van deze inbeslagname iets te vinden die het betrokken parket had dienen op te nemen in een stuk ).

Er zijn nog een aantal andere stukken 'verdwenen' in het gerechtelijk dossier, allemaal omdat ze bijkomende indicaties gaven van onregelmatigheden (zwak uitgedrukt).

http://www.cmro-cmoj.be/pdf/Libercas_september_2008.pdf" onclick="window.open(this.href);return false;

pagina 15 ev
Er bestaat slechts een geschil inzake bevoegdheid als bedoeld in de art. 416,
tweede lid, en 539 Wetboek van Strafvordering, indien de rechter die
kennisneemt van de strafvordering zich de bevoegdheid van een andere rechter
toeeigent of zich onbevoegd verklaart, zodat daaruit een geschil over jurisdictie
ontstaat, dat enkel door een regeling van rechtsgebied kan worden beëindigd;
-in geval van voorrecht van rechtsmacht er geen wettelijke saisine is zolang de
strafvordering niet is ingesteld
-het verzoek van de procureur-generaal aan de eerste voorzitter tot het aanstellen
van een raadsheer-onderzoeksrechter voor een onderzoek tegen een persoon die
voorrecht van rechtsmacht heeft en tegen de eventuele mededaders of
medeplichtigen de strafvordering niet instelt
-alleen de procureur-generaal met een beslissing tot vervolging de strafvordering
kan instellen bij de beëindiging van het strafonderzoek door de raadsheer-
onderzoeksrechter
-de raadsheer-onderzoeksrechter enkel verantwoording verschuldigd is aan de
eerste voorzitter en de procureur-generaal
-hieruit volgt dat er in dergelijk geval geen inverdenkingstelling in de zin van art.
61bis Wetboek van Strafvordering bestaat, evenmin als de mogelijkheid van
toezicht krachtens art. 136 Wetboek van Strafvordering (1) (2).
Gelet op dit laatste puntje zou er dus geen geldige en wettelijk uitvoerbare uitspraak kunnen gebeuren bij schending van het principe van 'voorrang van rechtsmacht'?
Al wat nodig is om het kwaad te laten triomferen, is dat goede mensen niets doen (Edmund Burke)

Terug naar “Procedure, Spelers & Instellingen”