Wanneer een vrederechter in een procedure ten gronde een plaatsbezoek aflegt, moet er in principe een proces-verbaal van plaatsbeschrijving opgemaakt worden dat door alle partijen ondertekend moet worden. Maar wat als er nooit zo'n PV werd opgemaakt (en dus ook door niemand ondertekend)? Wat als er nadien enkel een vonnis volgt, dat echter vol leugens staat, zoals bvb. uitspraken die tijdens het plaatsbezoek nooit gezegd geweest zijn en verder met zeer partijdige sneren naar één partij (wat in wezen ook niet mag). Wat als eerste aanleg nadien een vonnis uitspreekt dat gebaseerd is op het vonnis van de vrederechter voordien, maar wat dus een vonnis vol onwaarheden is: er bestaat geen enkele controle over wat er tijdens het plaatsbezoek werkelijk heeft plaatsgevonden, door dus het ontbreken van dat PV.
Is dit een procedurale fout? Kan er cassatieberoep aangetekend worden tegen het vonnis van eerste aanleg? In principe zou de zaak in eerste aanleg een aanvechten van het ontbreken van dat PV moeten inhouden, maar wat als eerste aanleg daar helemaal geen rekening mee houdt en zich enkel baseert op dat eerste vonnis?