Een huurder verliest een rechtszaak tegen zijn verhuurder voor de vrederechter. De uitspraak was uitvoerbaar bij voorraad. De verhuurder doet er alles aan om de huurder het leven onaangenaam te maken. Onnodig extra betekenen van een vonnis daags voor de verhuis (uitzetting was bevolen dr. vrederechter). Later uitvoerend beslag etc.. evenwel zonder effectieve uitvoering. In beroep 1e aanleg word de uitspraak van de vrederechter vernietigd. Vanzelfsprekend moeten al de door de verhuurder zelf gemaakte kosten en DW -kosten nu door de verhuurder zelf opgehoest worden.
In 1e aanleg werd door de huurder geen melding gemaakt van de (onnodige) activiteiten en pesterijen van de door de verhuurder aangestelde DW.
De huurder wenst nu bijkomende compensatie van zijn vroegere verhuurder, zoals materiele en morele schadevergoeding. Samen voor meer dan € 1000.
Welke rechtbank is hierover bevoegd ?