Raad van State: onontvankelijk. Wat nu?

[HarveySpecter]

Beste forumleden

Door het miskennen van een belangrijk vormvoorschrift is mijn verzoek tot nietigverklaring onontvankelijk verklaard door de Raad van State en word ik veroordeeld in de kosten (350€). Kan hier nog iets tegen ondernomen worden? Want de termijn van 60 dagen is natuurlijk ondertussen verlopen.

Maw: stuit de uitspraak de verjaring?

Alvast bedankt!

[j.demoor]

“Art.4 § 1...De beroepen bedoeld in artikel 14, §§ 1 en 3, van de gecoördineerde wetten verjaren zestig dagen nadat de bestreden akten, reglementen of beslissingen werden bekendgemaakt of betekend. Indien ze noch bekendgemaakt noch betekend dienen te worden, gaat de termijn in met de dag waarop de verzoeker er kennis heeft van gehad...“(23 AUGUSTUS 1948. - Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State).

‘Wanneer de R.v.St. vastgesteld heeft dat het verzoekschrift of een memorie ingediend met schending van de bepalingen betreffende het gebruik van de talen in bestuurszaken ambtshalve nietig zijn,wordt de termijn niet geschorst,maar wel gestuit,‘(R.v.St. nr.91.552,12 december 2000)

‘Art.2246 B.W. brengt een algemeen beginsel tot uitdrukking dat van toepassing is in alle gevallen waarin iemands burgerlijke rechten,zoals deze o.m. worden beschermd door art.6.1. E.V.R.M.,in het geding zijn.De vordering ingesteld bij een onbevoegde rechter stuit de termijn om een beroep in te stellen bij de R.v.St.,op voorwaarde dat zij werd ingesteld bij een rechter die niet kennelijk onbevoegd was,dat de vordering bij de onbevoegde rechter werd ingesteld binnen de wettelijk bepaalde termijn en dat het annulatieberoep bij de R.v.St. wordt ingesteld binnen zestig dagen na de betekening van het vonnis of arrest waarin de vordering wegens onbevoegdheid wordt afgewezen‘(R.v.St. nr.35.619,2 oktober 1990,R.W. 1991-92,20,A.P.M. 1990,130).

‘In beginsel wordt de beroepstermijn van zestig dagen niet gestuit door een beroep bij een onbevoegd rechtscollege,laat staan bij een onbevoegde administratieve overheid. Hierop kan enkel uitzondering worden gemaakt ingeval aan de rechtzoekende ingevolge het zich wenden tot een onbevoegd rechtscollege het hem door art.6.1 en 13 EVRM gegarandeerde recht wordt ontzegd‘(R.v.St. nr.101.968,14 december 2001).

Of het miskennen van een belangrijk vormvoorschrift waardoor uw verzoek onontvankelijk werd verklaard al dan niet de beroepstermijn stuit dient verder onderzocht. Zie daartoe : http://www.raadvst-consetat.be/Nl/home_nl.htm" onclick="window.open(this.href);return false;

[scorpioen]

Zelfs als een administratieve handeling niet nietig werd verklaard, dan blijft nog steeds:

1) Art. 159 Grondwet:
De hoven en rechtbanken passen de algemene, provinciale en plaatselijke besluiten en verordeningen alleen toe in zoverre zij met de wetten overeenstemmen.

2) De mogelijkheid schadevergoeding te vorderen bij de burgerlijke rechtbank op grond van art. 1382-1383 Burgerlijk Wetboek voor het foutief optreden van de overheid.

Of dit u kan helpen hangt af van welke administratieve maatregel u aanvecht.

[HarveySpecter]

Beiden alvast bedankt. Misschien kan ik u wat meer informatie geven.
In mijn zaak ben ik opgekomen in de plaats van mijn zoon, maar hijzelf heeft het niet getekend.

Ik kan dus niet simpelweg gewoon een nieuw verzoek indienen binnen de termijn van 60 dagen?