Bij het studeren van het vak Gerechtelijk Recht brak ik langer dan nodig mijn hoofd over een toepassing van artikel 643 Ger. W.. Ik hoop dan ook via deze weg aanwijzingen te kunnen krijgen die mij de mogelijkheid bieden enige orde te scheppen in de warrige brij die het burgerlijk procesrecht voor mij momenteel nog is.
Stel: Een rechtbank in eerste aanleg verklaarde zich mbt tot een zaak bevoegd. In hoger beroep tegen deze beslissing werd vervolgens echter beslist dat de eerste rechtbank zich ten onrechte bevoegd had verklaard. Dan, volgens artikel 643 (en ook mijn cursus), “verwijst [de rechter in hoger beroep] de zaak, indien daar grond toe bestaat, naar de bevoegde rechter in hoger beroep”.
Zulk een verwijzing is niet nodig wanneer de rechter in hoger beroep in kwestie in ieder geval bevoegd is. Wanneer bijvoorbeeld de rechtbank van koophandel zich ten onrechte bevoegd heeft verklaard terwijl eigenlijk de rechtbank van eerste aanleg bevoegd bleek, stelt er zich geen probleem en dient er geen verwijzing te gebeuren (‘er bestaat geen grond toe’): in beide gevallen was namelijk het Hof van Beroep bevoegd om kennis te nemen van het hoger beroep. Het Hof van Beroep zal zelf kunnen beslissen over de zaak en daarmee is de kous af.
Welnu, vanaf hier laat mijn cursus mij in de steek aangezien het geen voorbeeld geeft wanneer er nu juist wel een verwijzing dient te gebeuren. Ik stelde daarom zelf een voorbeeldje op, waardoor dit alles echter nog minder duidelijk werd.
Stel: De Rechtbank van Eerste Aanleg verklaarde zich in eerste aanleg ten onrechte bevoegd. Het Hof van Beroep meent namelijk dat het de vrederechter was die in eerste aanleg bevoegd was. Meer nog, hierdoor is echter ook het HvB niet bevoegd om in hoger beroep kennis van de zaak te nemen en dient het, met toepassing van artikel 643 Ger.W., de zaak door te verwijzen naar “de bevoegde rechter in hoger beroep”. Nu is echter de Rechtbank van Eerste Aanleg bevoegd om kennis te nemen van het hoger beroep van vonnissen van de vrederechter.
Kan deze verwijzing wel gezien de RvEA nu zowel in eerste aanleg als in appel kennis neemt van de zaak? Levert dit mogelijk geen schending van de rechtsmacht/onpartijdigheid op gezien dezelfde rechtbank (of mogelijk zelfs rechters!) zich tweemaal uitspreken over eenzelfde geschil?
Of - het zou mij niet verbazen - heb ik de ware toedracht van artikel 643 of bevoegdheidsgeschillen in hoger beroep in het algemeen gewoonweg verkeerd begrepen?
Alvast bedankt!
PS. Ik zou het uiteraard compleet normaal vinden moesten jullie mij het antwoord niet op een zilveren dienblaadje aanbieden, maar mij zelf nog enig denk-en opzoekwerk laten verrichten (aangezien dat nog steeds is wat studenten horen te doen).