JuridischForum.be

Hoe lang bedraagt de verjaringstermijn van een valsheid in geschrifte door een notaris?

De notaris pleegt een schriftvervalsing overeenkomstig de artikelen 194/195 sw.

Art. 194
Ieder openbaar officier of ambtenaar die in de uitoefening van zijn bediening valsheid pleegt,
Hetzij door valse handtekeningen,
Hetzij door vervalsing van akten, geschriften of handtekeningen,
Hetzij door onderschuiving van personen,
Hetzij door geschriften, in openbare registers of andere openbare akten na het opmaken of het afsluiten ervan gesteld of ingevoegd,
Wordt gestraft met [opsluiting] van tien jaar tot vijftien jaar.

Art. 195
Met [opsluiting] van tien jaar tot vijftien jaar wordt gestraft ieder openbaar officier of ambtenaar die bij het opmaken van akten van zijn ambt het wezen of de omstandigheden ervan vervalst,
Hetzij door andere overeenkomsten te schrijven dan die welke de partijen hebben opgegeven of gedicteerd,
Hetzij door als waar op te nemen, feiten die het niet zijn.

De straf op deze misdaden is 10 tot 15 jaar opsluiting.

10-15 jaar is een criminele straf.

De verjaringstermijn voor criminele straffen is 10 jaar volgens Art. 21 V.T.Sv.

Klopt dit?

Ik heb gehoord dat het toch 5 jaar zou moeten zijn...


de reden zou correctionalisatie kunnen zijn.

“Art.21.Behoudens...verjaart de strafvordering door verloop van tien jaren, vijf jaren of zes maanden, te rekenen van de dag waarop het misdrijf is gepleegd, naar gelang dit misdrijf een misdaad, een wanbedrijf of een overtreding is...”(17 APRIL 1878. - WET HOUDENDE DE VOORAFGAANDE TITEL VAN HET WETBOEK VAN STRAFVORDERING).

“Art.7.De straffen op de misdrijven gepleegd door natuurlijke personen toepasselijk,zijn: In criminele zaken:1° opsluiting;2°hechtenis. In correctionele zaken en in politiezaken:1° gevangenisstraf...Art.25.De duur van de correctionele gevangenisstraf is,behoudens...ten minste acht dagen...“(Strafwetboek)

“Art.194(en 195)...Wordt gestraft met opsluiting van tien tot vijftien jaar...“(Strafwetboek).

‘Het is de door de rechter volgens de omstandigheden van iedere zaak uitgesproken werkelijke straf die dient om te bepalen of de verjaringstermijn voor een misdaad,een wanbedrijf of een overtreding dient toegepast te worden’(Cass. 7 januari 1935,Pas. 1935,I,99).