#2 , 01 sep 2010 21:50
Art. 490bis. Sw:
"Met gevangenisstraf van een maand tot twee jaar en met geldboete van honderd [euro] tot vijfhonderdduizend [euro] of met een van die straffen alleen wordt gestraft hij die bedrieglijk zijn onvermogen heeft bewerkt en aan de op hem rustende verplichtingen niet heeft voldaan.
Dat de schuldenaar zijn onvermogen heeft bewerkt, kan worden afgeleid uit enige omstandigheid waaruit blijkt dat hij zich onvermogend heeft willen maken.
Ten aanzien van de derde die mededader of medeplichtig is, vervalt de strafvordering wanneer hij de hem overhandigde goederen teruggeeft."
Art. 507 Sw:
"Met gevangenisstraf van acht dagen tot twee jaar en met geldboete van zesentwintig [euro] tot vijfhonderd [euro] worden gestraft de beslagene en allen die voorwerpen waarop tegen hem beslag is gedaan, in zijn belang bedrieglijk vernietigen of wegmaken."